Vervoeging van opborrelen
Onbepaalde wijs (infinitief): opborrelen
Er is helaas geen Italiaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het borrelt op
- zij borrelen op
Onvoltooid verleden tijd
- hij/zij/het borrelde op
- zij borrelden op
Voltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het is opgeborreld
- zij zijn opgeborreld
Voltooid verleden tijd
- hij/zij/het was opgeborreld
- zij waren opgeborreld
Toekomende tijd I
- hij/zij/het zal opborrelen
- zij zult opborrelen
Toekomende tijd II
- hij/zij/het zal opgeborreld zijn
- zij zult opgeborreld zijn
Conditionalis I
- hij/zij/het zal opborrelen
- zij zullen opborrelen
Conditionalis II
- hij/zij/het zal zijn opgeborreld
- zij zullen zijn opgeborreld