Vervoeging van opheffen
Onbepaalde wijs (infinitief): opheffen
Nederlands
Italiaans
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik hef op
- jij heft op
- hij/zij/het heft op
- wij heffen op
- jullie heffen op
- zij heffen op
Presente
- io fermo
- tu fermi
- lui/lei/Lei ferma
- noi fermiamo
- voi/Voi fermate
- loro/Loro fermano
Onvoltooid verleden tijd
- ik hief op
- jij hief op
- hij/zij/het hief op
- wij hieven op
- jullie hieven op
- zij hieven op
Imperfetto
- io fermavo
- tu fermavi
- lui/lei/Lei fermava
- noi fermavamo
- voi/Voi fermavate
- loro/Loro fermavano
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb opgeheven
- jij hebt opgeheven
- hij/zij/het heeft opgeheven
- wij hebben opgeheven
- jullie hebben opgeheven
- zij hebben opgeheven
Passato prossimo
- io ho fermato
- tu hai fermato
- lui/lei/Lei ha fermato
- noi abbiamo fermato
- voi/Voi avete fermato
- loro/Loro hanno fermato
Voltooid verleden tijd
- ik had opgeheven
- jij had opgeheven
- hij/zij/het had opgeheven
- wij hadden opgeheven
- jullie hadden opgeheven
- zij hadden opgeheven
Trapassato prossimo
- io avevo fermato
- tu avevi fermato
- lui/lei/Lei aveva fermato
- noi avevamo fermato
- voi/Voi avevate fermato
- loro/Loro avevano fermato
Toekomende tijd I
- ik zal opheffen
- jij zult opheffen
- hij/zij/het zal opheffen
- wij zullen opheffen
- jullie zullen opheffen
- zij zullen opheffen
Futuro semplice
- io fermerò
- tu fermerai
- lui/lei/Lei fermerà
- noi fermeremo
- voi/Voi fermerete
- loro/Loro fermeranno
Toekomende tijd II
- ik zal opgeheven hebben
- jij zult opgeheven hebben
- hij/zij/het zal opgeheven hebben
- wij zullen opgeheven hebben
- jullie zullen opgeheven hebben
- zij zullen opgeheven hebben
Futuro anteriore
- io avrò fermato
- tu avrai fermato
- lui/lei/Lei avrà fermato
- noi avremo fermato
- voi/Voi avrete fermato
- loro/Loro avranno fermato
Conditionalis I
- ik zou opheffen
- jij zou opheffen
- hij/zij/het zou opheffen
- wij zouden opheffen
- jullie zouden opheffen
- zij zouden opheffen
Condizionale presente
- io fermerei
- tu fermeresti
- lui/lei/Lei fermerebbe
- noi fermeremmo
- voi/Voi fermereste
- loro/Loro fermerebbero
Conditionalis II
- ik zou hebben opgeheven
- jij zou hebben opgeheven
- hij/zij/het zou hebben opgeheven
- wij zouden hebben opgeheven
- jullie zouden hebben opgeheven
- zij zouden hebben opgeheven
Condizionale passato
- io avrei fermato
- tu avresti fermato
- lui/lei/Lei avrebbe fermato
- noi avremmo fermato
- voi/Voi avreste fermato
- loro/Loro avrebbero fermato
Imperatief
- jij hef op
- jullie heft op
Imperativo
- tu ferma
- voi/Voi fermate