Vervoeging van opknopen
Onbepaalde wijs (infinitief): opknopen
Nederlands
Italiaans
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik knoop op
- jij knoopt op
- hij/zij/het knoopt op
- wij knopen op
- jullie knopen op
- zij knopen op
Presente
- io sospendo
- tu sospendi
- lui/lei/Lei sospende
- noi sospendiamo
- voi/Voi sospendete
- loro/Loro sospendono
Onvoltooid verleden tijd
- ik knoopte op
- jij knoopte op
- hij/zij/het knoopte op
- wij knoopten op
- jullie knoopten op
- zij knoopten op
Imperfetto
- io sospendevo
- tu sospendevi
- lui/lei/Lei sospendeva
- noi sospendevamo
- voi/Voi sospendevate
- loro/Loro sospendevano
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb opgeknoopt
- jij hebt opgeknoopt
- hij/zij/het heeft opgeknoopt
- wij hebben opgeknoopt
- jullie hebben opgeknoopt
- zij hebben opgeknoopt
Passato prossimo
- io ho sospeso
- tu hai sospeso
- lui/lei/Lei ha sospeso
- noi abbiamo sospeso
- voi/Voi avete sospeso
- loro/Loro hanno sospeso
Voltooid verleden tijd
- ik had opgeknoopt
- jij had opgeknoopt
- hij/zij/het had opgeknoopt
- wij hadden opgeknoopt
- jullie hadden opgeknoopt
- zij hadden opgeknoopt
Trapassato prossimo
- io avevo sospeso
- tu avevi sospeso
- lui/lei/Lei aveva sospeso
- noi avevamo sospeso
- voi/Voi avevate sospeso
- loro/Loro avevano sospeso
Toekomende tijd I
- ik zal opknopen
- jij zult opknopen
- hij/zij/het zal opknopen
- wij zullen opknopen
- jullie zullen opknopen
- zij zullen opknopen
Futuro semplice
- io sospenderò
- tu sospenderai
- lui/lei/Lei sospenderà
- noi sospenderemo
- voi/Voi sospenderete
- loro/Loro sospenderanno
Toekomende tijd II
- ik zal opgeknoopt hebben
- jij zult opgeknoopt hebben
- hij/zij/het zal opgeknoopt hebben
- wij zullen opgeknoopt hebben
- jullie zullen opgeknoopt hebben
- zij zullen opgeknoopt hebben
Futuro anteriore
- io avrò sospeso
- tu avrai sospeso
- lui/lei/Lei avrà sospeso
- noi avremo sospeso
- voi/Voi avrete sospeso
- loro/Loro avranno sospeso
Conditionalis I
- ik zou opknopen
- jij zou opknopen
- hij/zij/het zou opknopen
- wij zouden opknopen
- jullie zouden opknopen
- zij zouden opknopen
Condizionale presente
- io sospenderei
- tu sospenderesti
- lui/lei/Lei sospenderebbe
- noi sospenderemmo
- voi/Voi sospendereste
- loro/Loro sospenderebbero
Conditionalis II
- ik zou hebben opgeknoopt
- jij zou hebben opgeknoopt
- hij/zij/het zou hebben opgeknoopt
- wij zouden hebben opgeknoopt
- jullie zouden hebben opgeknoopt
- zij zouden hebben opgeknoopt
Condizionale passato
- io avrei sospeso
- tu avresti sospeso
- lui/lei/Lei avrebbe sospeso
- noi avremmo sospeso
- voi/Voi avreste sospeso
- loro/Loro avrebbero sospeso
Imperatief
- jij knoop op
- jullie knoopt op
Imperativo
- tu sospendi
- voi/Voi sospendete