Vervoeging van overdrijven
Onbepaalde wijs (infinitief): overdrijven
Nederlands
Italiaans
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik overdrijf
- jij overdrijft
- hij/zij/het overdrijft
- wij overdrijven
- jullie overdrijven
- zij overdrijven
Presente
- io esagero
- tu esageri
- lui/lei/Lei esagera
- noi esageriamo
- voi/Voi esagerate
- loro/Loro esagerano
Onvoltooid verleden tijd
- ik overdreef
- jij overdreef
- hij/zij/het overdreef
- wij overdreven
- jullie overdreven
- zij overdreven
Imperfetto
- io esageravo
- tu esageravi
- lui/lei/Lei esagerava
- noi esageravamo
- voi/Voi esageravate
- loro/Loro esageravano
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb overdreven
- jij hebt overdreven
- hij/zij/het heeft overdreven
- wij hebben overdreven
- jullie hebben overdreven
- zij hebben overdreven
Passato prossimo
- io ho esagerato
- tu hai esagerato
- lui/lei/Lei ha esagerato
- noi abbiamo esagerato
- voi/Voi avete esagerato
- loro/Loro hanno esagerato
Voltooid verleden tijd
- ik had overdreven
- jij had overdreven
- hij/zij/het had overdreven
- wij hadden overdreven
- jullie hadden overdreven
- zij hadden overdreven
Trapassato prossimo
- io avevo esagerato
- tu avevi esagerato
- lui/lei/Lei aveva esagerato
- noi avevamo esagerato
- voi/Voi avevate esagerato
- loro/Loro avevano esagerato
Toekomende tijd I
- ik zal overdrijven
- jij zult overdrijven
- hij/zij/het zal overdrijven
- wij zullen overdrijven
- jullie zullen overdrijven
- zij zullen overdrijven
Futuro semplice
- io esagererò
- tu esagererai
- lui/lei/Lei esagererà
- noi esagereremo
- voi/Voi esagererete
- loro/Loro esagereranno
Toekomende tijd II
- ik zal overdreven hebben
- jij zult overdreven hebben
- hij/zij/het zal overdreven hebben
- wij zullen overdreven hebben
- jullie zullen overdreven hebben
- zij zullen overdreven hebben
Futuro anteriore
- io avrò esagerato
- tu avrai esagerato
- lui/lei/Lei avrà esagerato
- noi avremo esagerato
- voi/Voi avrete esagerato
- loro/Loro avranno esagerato
Conditionalis I
- ik zou overdrijven
- jij zou overdrijven
- hij/zij/het zou overdrijven
- wij zouden overdrijven
- jullie zouden overdrijven
- zij zouden overdrijven
Condizionale presente
- io esagererei
- tu esagereresti
- lui/lei/Lei esagererebbe
- noi esagereremmo
- voi/Voi esagerereste
- loro/Loro esagererebbero
Conditionalis II
- ik zou hebben overdreven
- jij zou hebben overdreven
- hij/zij/het zou hebben overdreven
- wij zouden hebben overdreven
- jullie zouden hebben overdreven
- zij zouden hebben overdreven
Condizionale passato
- io avrei esagerato
- tu avresti esagerato
- lui/lei/Lei avrebbe esagerato
- noi avremmo esagerato
- voi/Voi avreste esagerato
- loro/Loro avrebbero esagerato
Imperatief
- jij overdrijf
- jullie overdrijft
Imperativo
- tu esagera
- voi/Voi esagerate