Vervoeging van overhalen
Onbepaalde wijs (infinitief): overhalen
Nederlands
Italiaans
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik haal over
- jij haalt over
- hij/zij/het haalt over
- wij halen over
- jullie halen over
- zij halen over
Presente
- io distillo
- tu distilli
- lui/lei/Lei distilla
- noi distilliamo
- voi/Voi distillate
- loro/Loro distillano
Onvoltooid verleden tijd
- ik haalde over
- jij haalde over
- hij/zij/het haalde over
- wij haalden over
- jullie haalden over
- zij haalden over
Imperfetto
- io distillavo
- tu distillavi
- lui/lei/Lei distillava
- noi distillavamo
- voi/Voi distillavate
- loro/Loro distillavano
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb overgehaald
- jij hebt overgehaald
- hij/zij/het heeft overgehaald
- wij hebben overgehaald
- jullie hebben overgehaald
- zij hebben overgehaald
Passato prossimo
- io ho distillato
- tu hai distillato
- lui/lei/Lei ha distillato
- noi abbiamo distillato
- voi/Voi avete distillato
- loro/Loro hanno distillato
Voltooid verleden tijd
- ik had overgehaald
- jij had overgehaald
- hij/zij/het had overgehaald
- wij hadden overgehaald
- jullie hadden overgehaald
- zij hadden overgehaald
Trapassato prossimo
- io avevo distillato
- tu avevi distillato
- lui/lei/Lei aveva distillato
- noi avevamo distillato
- voi/Voi avevate distillato
- loro/Loro avevano distillato
Toekomende tijd I
- ik zal overhalen
- jij zult overhalen
- hij/zij/het zal overhalen
- wij zullen overhalen
- jullie zullen overhalen
- zij zullen overhalen
Futuro semplice
- io distillerò
- tu distillerai
- lui/lei/Lei distillerà
- noi distilleremo
- voi/Voi distillerete
- loro/Loro distilleranno
Toekomende tijd II
- ik zal overgehaald hebben
- jij zult overgehaald hebben
- hij/zij/het zal overgehaald hebben
- wij zullen overgehaald hebben
- jullie zullen overgehaald hebben
- zij zullen overgehaald hebben
Futuro anteriore
- io avrò distillato
- tu avrai distillato
- lui/lei/Lei avrà distillato
- noi avremo distillato
- voi/Voi avrete distillato
- loro/Loro avranno distillato
Conditionalis I
- ik zou overhalen
- jij zou overhalen
- hij/zij/het zou overhalen
- wij zouden overhalen
- jullie zouden overhalen
- zij zouden overhalen
Condizionale presente
- io distillerei
- tu distilleresti
- lui/lei/Lei distillerebbe
- noi distilleremmo
- voi/Voi distillereste
- loro/Loro distillerebbero
Conditionalis II
- ik zou hebben overgehaald
- jij zou hebben overgehaald
- hij/zij/het zou hebben overgehaald
- wij zouden hebben overgehaald
- jullie zouden hebben overgehaald
- zij zouden hebben overgehaald
Condizionale passato
- io avrei distillato
- tu avresti distillato
- lui/lei/Lei avrebbe distillato
- noi avremmo distillato
- voi/Voi avreste distillato
- loro/Loro avrebbero distillato
Imperatief
- jij haal over
- jullie haalt over
Imperativo
- tu distilla
- voi/Voi distillate