Vervoeging van prijken
Er is helaas geen Italiaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het prijkt
- zij prijken
Onvoltooid verleden tijd
- hij/zij/het prijkte
- zij prijkten
Voltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het heeft geprijkt
- zij hebben geprijkt
Voltooid verleden tijd
- hij/zij/het had geprijkt
- zij hadden geprijkt
Toekomende tijd I
- hij/zij/het zal prijken
- zij zult prijken
Toekomende tijd II
- hij/zij/het zal geprijkt hebben
- zij zult geprijkt hebben
Conditionalis I
- hij/zij/het zal prijken
- zij zullen prijken
Conditionalis II
- hij/zij/het zal hebben geprijkt
- zij zullen hebben geprijkt