Vervoeging van publiceren

Onbepaalde wijs (infinitief): publiceren

Vertaling: pubblicare

Nederlands

Italiaans

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik publiceer
  • jij publiceert
  • hij/zij/het publiceert
  • wij publiceren
  • jullie publiceren
  • zij publiceren

Presente

  • io pubblico
  • tu pubblichi
  • lui/lei/Lei pubblica
  • noi pubblichiamo
  • voi/Voi pubblicate
  • loro/Loro pubblicano

Onvoltooid verleden tijd

  • ik publiceerde
  • jij publiceerde
  • hij/zij/het publiceerde
  • wij publiceerden
  • jullie publiceerden
  • zij publiceerden

Imperfetto

  • io pubblicavo
  • tu pubblicavi
  • lui/lei/Lei pubblicava
  • noi pubblicavamo
  • voi/Voi pubblicavate
  • loro/Loro pubblicavano

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb gepubliceerd
  • jij hebt gepubliceerd
  • hij/zij/het heeft gepubliceerd
  • wij hebben gepubliceerd
  • jullie hebben gepubliceerd
  • zij hebben gepubliceerd

Passato prossimo

  • io ho pubblicato
  • tu hai pubblicato
  • lui/lei/Lei ha pubblicato
  • noi abbiamo pubblicato
  • voi/Voi avete pubblicato
  • loro/Loro hanno pubblicato

Voltooid verleden tijd

  • ik had gepubliceerd
  • jij had gepubliceerd
  • hij/zij/het had gepubliceerd
  • wij hadden gepubliceerd
  • jullie hadden gepubliceerd
  • zij hadden gepubliceerd

Trapassato prossimo

  • io avevo pubblicato
  • tu avevi pubblicato
  • lui/lei/Lei aveva pubblicato
  • noi avevamo pubblicato
  • voi/Voi avevate pubblicato
  • loro/Loro avevano pubblicato

Toekomende tijd I

  • ik zal publiceren
  • jij zult publiceren
  • hij/zij/het zal publiceren
  • wij zullen publiceren
  • jullie zullen publiceren
  • zij zullen publiceren

Futuro semplice

  • io pubblicherò
  • tu pubblicherai
  • lui/lei/Lei pubblicherà
  • noi pubblicheremo
  • voi/Voi pubblicherete
  • loro/Loro pubblicheranno

Toekomende tijd II

  • ik zal gepubliceerd hebben
  • jij zult gepubliceerd hebben
  • hij/zij/het zal gepubliceerd hebben
  • wij zullen gepubliceerd hebben
  • jullie zullen gepubliceerd hebben
  • zij zullen gepubliceerd hebben

Futuro anteriore

  • io avrò pubblicato
  • tu avrai pubblicato
  • lui/lei/Lei avrà pubblicato
  • noi avremo pubblicato
  • voi/Voi avrete pubblicato
  • loro/Loro avranno pubblicato

Conditionalis I

  • ik zou publiceren
  • jij zou publiceren
  • hij/zij/het zou publiceren
  • wij zouden publiceren
  • jullie zouden publiceren
  • zij zouden publiceren

Condizionale presente

  • io pubblicherei
  • tu pubblicheresti
  • lui/lei/Lei pubblicherebbe
  • noi pubblicheremmo
  • voi/Voi pubblichereste
  • loro/Loro pubblicherebbero

Conditionalis II

  • ik zou hebben gepubliceerd
  • jij zou hebben gepubliceerd
  • hij/zij/het zou hebben gepubliceerd
  • wij zouden hebben gepubliceerd
  • jullie zouden hebben gepubliceerd
  • zij zouden hebben gepubliceerd

Condizionale passato

  • io avrei pubblicato
  • tu avresti pubblicato
  • lui/lei/Lei avrebbe pubblicato
  • noi avremmo pubblicato
  • voi/Voi avreste pubblicato
  • loro/Loro avrebbero pubblicato

Imperatief

  • jij publiceer
  • jullie publiceert

Imperativo

  • tu pubblica
  • voi/Voi pubblicate

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van publiceren