Vervoeging van realiseren
Onbepaalde wijs (infinitief): realiseren
Nederlands
Italiaans
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik realiseer
- jij realiseert
- hij/zij/het realiseert
- wij realiseren
- jullie realiseren
- zij realiseren
Presente
- io realizzo
- tu realizzi
- lui/lei/Lei realizza
- noi realizziamo
- voi/Voi realizzate
- loro/Loro realizzano
Onvoltooid verleden tijd
- ik realiseerde
- jij realiseerde
- hij/zij/het realiseerde
- wij realiseerden
- jullie realiseerden
- zij realiseerden
Imperfetto
- io realizzavo
- tu realizzavi
- lui/lei/Lei realizzava
- noi realizzavamo
- voi/Voi realizzavate
- loro/Loro realizzavano
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb gerealiseerd
- jij hebt gerealiseerd
- hij/zij/het heeft gerealiseerd
- wij hebben gerealiseerd
- jullie hebben gerealiseerd
- zij hebben gerealiseerd
Passato prossimo
- io ho realizzato
- tu hai realizzato
- lui/lei/Lei ha realizzato
- noi abbiamo realizzato
- voi/Voi avete realizzato
- loro/Loro hanno realizzato
Voltooid verleden tijd
- ik had gerealiseerd
- jij had gerealiseerd
- hij/zij/het had gerealiseerd
- wij hadden gerealiseerd
- jullie hadden gerealiseerd
- zij hadden gerealiseerd
Trapassato prossimo
- io avevo realizzato
- tu avevi realizzato
- lui/lei/Lei aveva realizzato
- noi avevamo realizzato
- voi/Voi avevate realizzato
- loro/Loro avevano realizzato
Toekomende tijd I
- ik zal realiseren
- jij zult realiseren
- hij/zij/het zal realiseren
- wij zullen realiseren
- jullie zullen realiseren
- zij zullen realiseren
Futuro semplice
- io realizzerò
- tu realizzerai
- lui/lei/Lei realizzerà
- noi realizzeremo
- voi/Voi realizzerete
- loro/Loro realizzeranno
Toekomende tijd II
- ik zal gerealiseerd hebben
- jij zult gerealiseerd hebben
- hij/zij/het zal gerealiseerd hebben
- wij zullen gerealiseerd hebben
- jullie zullen gerealiseerd hebben
- zij zullen gerealiseerd hebben
Futuro anteriore
- io avrò realizzato
- tu avrai realizzato
- lui/lei/Lei avrà realizzato
- noi avremo realizzato
- voi/Voi avrete realizzato
- loro/Loro avranno realizzato
Conditionalis I
- ik zou realiseren
- jij zou realiseren
- hij/zij/het zou realiseren
- wij zouden realiseren
- jullie zouden realiseren
- zij zouden realiseren
Condizionale presente
- io realizzerei
- tu realizzeresti
- lui/lei/Lei realizzerebbe
- noi realizzeremmo
- voi/Voi realizzereste
- loro/Loro realizzerebbero
Conditionalis II
- ik zou hebben gerealiseerd
- jij zou hebben gerealiseerd
- hij/zij/het zou hebben gerealiseerd
- wij zouden hebben gerealiseerd
- jullie zouden hebben gerealiseerd
- zij zouden hebben gerealiseerd
Condizionale passato
- io avrei realizzato
- tu avresti realizzato
- lui/lei/Lei avrebbe realizzato
- noi avremmo realizzato
- voi/Voi avreste realizzato
- loro/Loro avrebbero realizzato
Imperatief
- jij realiseer
- jullie realiseert
Imperativo
- tu realizza
- voi/Voi realizzate