Vervoeging van schaarden
Onbepaalde wijs (infinitief): schaarden
Er is helaas geen Italiaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik schaard
- jij schaardt
- hij/zij/het schaardt
- wij schaarden
- jullie schaarden
- zij schaarden
Onvoltooid verleden tijd
- ik schaardde
- jij schaardde
- hij/zij/het schaardde
- wij schaardden
- jullie schaardden
- zij schaardden
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb geschaard
- jij hebt geschaard
- hij/zij/het heeft geschaard
- wij hebben geschaard
- jullie hebben geschaard
- zij hebben geschaard
Voltooid verleden tijd
- ik had geschaard
- jij had geschaard
- hij/zij/het had geschaard
- wij hadden geschaard
- jullie hadden geschaard
- zij hadden geschaard
Toekomende tijd I
- ik zal schaarden
- jij zult schaarden
- hij/zij/het zal schaarden
- wij zullen schaarden
- jullie zullen schaarden
- zij zullen schaarden
Toekomende tijd II
- ik zal geschaard hebben
- jij zult geschaard hebben
- hij/zij/het zal geschaard hebben
- wij zullen geschaard hebben
- jullie zullen geschaard hebben
- zij zullen geschaard hebben
Conditionalis I
- ik zou schaarden
- jij zou schaarden
- hij/zij/het zou schaarden
- wij zouden schaarden
- jullie zouden schaarden
- zij zouden schaarden
Conditionalis II
- ik zou hebben geschaard
- jij zou hebben geschaard
- hij/zij/het zou hebben geschaard
- wij zouden hebben geschaard
- jullie zouden hebben geschaard
- zij zouden hebben geschaard
Imperatief
- jij schaard
- jullie schaardt