Vervoeging van scheefzakken
Onbepaalde wijs (infinitief): scheefzakken
Er is helaas geen Italiaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik zak scheef
- jij zakt scheef
- hij/zij/het zakt scheef
- wij zakken scheef
- jullie zakken scheef
- zij zakken scheef
Onvoltooid verleden tijd
- ik zakte scheef
- jij zakte scheef
- hij/zij/het zakte scheef
- wij zakten scheef
- jullie zakten scheef
- zij zakten scheef
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik ben scheefgezakt
- jij bent scheefgezakt
- hij/zij/het is scheefgezakt
- wij zijn scheefgezakt
- jullie zijn scheefgezakt
- zij zijn scheefgezakt
Voltooid verleden tijd
- ik was scheefgezakt
- jij was scheefgezakt
- hij/zij/het was scheefgezakt
- wij waren scheefgezakt
- jullie waren scheefgezakt
- zij waren scheefgezakt
Toekomende tijd I
- ik zal scheefzakken
- jij zult scheefzakken
- hij/zij/het zal scheefzakken
- wij zullen scheefzakken
- jullie zullen scheefzakken
- zij zullen scheefzakken
Toekomende tijd II
- ik zal scheefgezakt zijn
- jij zult scheefgezakt zijn
- hij/zij/het zal scheefgezakt zijn
- wij zullen scheefgezakt zijn
- jullie zullen scheefgezakt zijn
- zij zullen scheefgezakt zijn
Conditionalis I
- ik zou scheefzakken
- jij zou scheefzakken
- hij/zij/het zou scheefzakken
- wij zouden scheefzakken
- jullie zouden scheefzakken
- zij zouden scheefzakken
Conditionalis II
- ik zou zijn scheefgezakt
- jij zou zijn scheefgezakt
- hij/zij/het zou zijn scheefgezakt
- wij zouden zijn scheefgezakt
- jullie zouden zijn scheefgezakt
- zij zouden zijn scheefgezakt
Imperatief
- jij zak scheef
- jullie zakt scheef