Vervoeging van schuwen

Er is helaas geen Italiaanse vertaling gevonden.

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • ik schuw
    • jij schuwt
    • hij/zij/het schuwt
    • wij schuwen
    • jullie schuwen
    • zij schuwen
  • Onvoltooid verleden tijd

    • ik schuwde
    • jij schuwde
    • hij/zij/het schuwde
    • wij schuwden
    • jullie schuwden
    • zij schuwden
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • ik heb geschuwd
    • jij hebt geschuwd
    • hij/zij/het heeft geschuwd
    • wij hebben geschuwd
    • jullie hebben geschuwd
    • zij hebben geschuwd
  • Voltooid verleden tijd

    • ik had geschuwd
    • jij had geschuwd
    • hij/zij/het had geschuwd
    • wij hadden geschuwd
    • jullie hadden geschuwd
    • zij hadden geschuwd
  • Toekomende tijd I

    • ik zal schuwen
    • jij zult schuwen
    • hij/zij/het zal schuwen
    • wij zullen schuwen
    • jullie zullen schuwen
    • zij zullen schuwen
  • Toekomende tijd II

    • ik zal geschuwd hebben
    • jij zult geschuwd hebben
    • hij/zij/het zal geschuwd hebben
    • wij zullen geschuwd hebben
    • jullie zullen geschuwd hebben
    • zij zullen geschuwd hebben
  • Conditionalis I

    • ik zou schuwen
    • jij zou schuwen
    • hij/zij/het zou schuwen
    • wij zouden schuwen
    • jullie zouden schuwen
    • zij zouden schuwen
  • Conditionalis II

    • ik zou hebben geschuwd
    • jij zou hebben geschuwd
    • hij/zij/het zou hebben geschuwd
    • wij zouden hebben geschuwd
    • jullie zouden hebben geschuwd
    • zij zouden hebben geschuwd
  • Imperatief

    • jij schuw
    • jullie schuwt