Vervoeging van stumperen
Onbepaalde wijs (infinitief): stumperen
Er is helaas geen Italiaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik stumper
- jij stumpert
- hij/zij/het stumpert
- wij stumperen
- jullie stumperen
- zij stumperen
Onvoltooid verleden tijd
- ik stumperde
- jij stumperde
- hij/zij/het stumperde
- wij stumperden
- jullie stumperden
- zij stumperden
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb gestumperd
- jij hebt gestumperd
- hij/zij/het heeft gestumperd
- wij hebben gestumperd
- jullie hebben gestumperd
- zij hebben gestumperd
Voltooid verleden tijd
- ik had gestumperd
- jij had gestumperd
- hij/zij/het had gestumperd
- wij hadden gestumperd
- jullie hadden gestumperd
- zij hadden gestumperd
Toekomende tijd I
- ik zal stumperen
- jij zult stumperen
- hij/zij/het zal stumperen
- wij zullen stumperen
- jullie zullen stumperen
- zij zullen stumperen
Toekomende tijd II
- ik zal gestumperd hebben
- jij zult gestumperd hebben
- hij/zij/het zal gestumperd hebben
- wij zullen gestumperd hebben
- jullie zullen gestumperd hebben
- zij zullen gestumperd hebben
Conditionalis I
- ik zou stumperen
- jij zou stumperen
- hij/zij/het zou stumperen
- wij zouden stumperen
- jullie zouden stumperen
- zij zouden stumperen
Conditionalis II
- ik zou hebben gestumperd
- jij zou hebben gestumperd
- hij/zij/het zou hebben gestumperd
- wij zouden hebben gestumperd
- jullie zouden hebben gestumperd
- zij zouden hebben gestumperd
Imperatief
- jij stumper
- jullie stumpert