Vervoeging van suspenderen
Onbepaalde wijs (infinitief): suspenderen
Er is helaas geen Italiaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik suspendeer
- jij suspendeert
- hij/zij/het suspendeert
- wij suspenderen
- jullie suspenderen
- zij suspenderen
Onvoltooid verleden tijd
- ik suspendeerde
- jij suspendeerde
- hij/zij/het suspendeerde
- wij suspendeerden
- jullie suspendeerden
- zij suspendeerden
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb gesuspendeerd
- jij hebt gesuspendeerd
- hij/zij/het heeft gesuspendeerd
- wij hebben gesuspendeerd
- jullie hebben gesuspendeerd
- zij hebben gesuspendeerd
Voltooid verleden tijd
- ik had gesuspendeerd
- jij had gesuspendeerd
- hij/zij/het had gesuspendeerd
- wij hadden gesuspendeerd
- jullie hadden gesuspendeerd
- zij hadden gesuspendeerd
Toekomende tijd I
- ik zal suspenderen
- jij zult suspenderen
- hij/zij/het zal suspenderen
- wij zullen suspenderen
- jullie zullen suspenderen
- zij zullen suspenderen
Toekomende tijd II
- ik zal gesuspendeerd hebben
- jij zult gesuspendeerd hebben
- hij/zij/het zal gesuspendeerd hebben
- wij zullen gesuspendeerd hebben
- jullie zullen gesuspendeerd hebben
- zij zullen gesuspendeerd hebben
Conditionalis I
- ik zou suspenderen
- jij zou suspenderen
- hij/zij/het zou suspenderen
- wij zouden suspenderen
- jullie zouden suspenderen
- zij zouden suspenderen
Conditionalis II
- ik zou hebben gesuspendeerd
- jij zou hebben gesuspendeerd
- hij/zij/het zou hebben gesuspendeerd
- wij zouden hebben gesuspendeerd
- jullie zouden hebben gesuspendeerd
- zij zouden hebben gesuspendeerd
Imperatief
- jij suspendeer
- jullie suspendeert