Vervoeging van terugtellen
Onbepaalde wijs (infinitief): terugtellen
Er is helaas geen Italiaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik tel terug
- jij telt terug
- hij/zij/het telt terug
- wij tellen terug
- jullie tellen terug
- zij tellen terug
Onvoltooid verleden tijd
- ik telde terug
- jij telde terug
- hij/zij/het telde terug
- wij telden terug
- jullie telden terug
- zij telden terug
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb teruggeteld
- jij hebt teruggeteld
- hij/zij/het heeft teruggeteld
- wij hebben teruggeteld
- jullie hebben teruggeteld
- zij hebben teruggeteld
Voltooid verleden tijd
- ik had teruggeteld
- jij had teruggeteld
- hij/zij/het had teruggeteld
- wij hadden teruggeteld
- jullie hadden teruggeteld
- zij hadden teruggeteld
Toekomende tijd I
- ik zal terugtellen
- jij zult terugtellen
- hij/zij/het zal terugtellen
- wij zullen terugtellen
- jullie zullen terugtellen
- zij zullen terugtellen
Toekomende tijd II
- ik zal teruggeteld hebben
- jij zult teruggeteld hebben
- hij/zij/het zal teruggeteld hebben
- wij zullen teruggeteld hebben
- jullie zullen teruggeteld hebben
- zij zullen teruggeteld hebben
Conditionalis I
- ik zou terugtellen
- jij zou terugtellen
- hij/zij/het zou terugtellen
- wij zouden terugtellen
- jullie zouden terugtellen
- zij zouden terugtellen
Conditionalis II
- ik zou hebben teruggeteld
- jij zou hebben teruggeteld
- hij/zij/het zou hebben teruggeteld
- wij zouden hebben teruggeteld
- jullie zouden hebben teruggeteld
- zij zouden hebben teruggeteld
Imperatief
- jij tel terug
- jullie telt terug