Vervoeging van uitladen
Onbepaalde wijs (infinitief): uitladen
Er is helaas geen Italiaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik laad uit
- jij laadt uit
- hij/zij/het laadt uit
- wij laden uit
- jullie laden uit
- zij laden uit
Onvoltooid verleden tijd
- ik laadde uit
- jij laadde uit
- hij/zij/het laadde uit
- wij laadden uit
- jullie laadden uit
- zij laadden uit
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb uitgeladen
- jij hebt uitgeladen
- hij/zij/het heeft uitgeladen
- wij hebben uitgeladen
- jullie hebben uitgeladen
- zij hebben uitgeladen
Voltooid verleden tijd
- ik had uitgeladen
- jij had uitgeladen
- hij/zij/het had uitgeladen
- wij hadden uitgeladen
- jullie hadden uitgeladen
- zij hadden uitgeladen
Toekomende tijd I
- ik zal uitladen
- jij zult uitladen
- hij/zij/het zal uitladen
- wij zullen uitladen
- jullie zullen uitladen
- zij zullen uitladen
Toekomende tijd II
- ik zal uitgeladen hebben
- jij zult uitgeladen hebben
- hij/zij/het zal uitgeladen hebben
- wij zullen uitgeladen hebben
- jullie zullen uitgeladen hebben
- zij zullen uitgeladen hebben
Conditionalis I
- ik zou uitladen
- jij zou uitladen
- hij/zij/het zou uitladen
- wij zouden uitladen
- jullie zouden uitladen
- zij zouden uitladen
Conditionalis II
- ik zou hebben uitgeladen
- jij zou hebben uitgeladen
- hij/zij/het zou hebben uitgeladen
- wij zouden hebben uitgeladen
- jullie zouden hebben uitgeladen
- zij zouden hebben uitgeladen
Imperatief
- jij laad uit
- jullie laadt uit