Vervoeging van uitwinnen
Onbepaalde wijs (infinitief): uitwinnen
Er is helaas geen Italiaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik win uit
- jij wint uit
- hij/zij/het wint uit
- wij winnen uit
- jullie winnen uit
- zij winnen uit
Onvoltooid verleden tijd
- ik won uit
- jij won uit
- hij/zij/het won uit
- wij wonnen uit
- jullie wonnen uit
- zij wonnen uit
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb uitgewonnen
- jij hebt uitgewonnen
- hij/zij/het heeft uitgewonnen
- wij hebben uitgewonnen
- jullie hebben uitgewonnen
- zij hebben uitgewonnen
Voltooid verleden tijd
- ik had uitgewonnen
- jij had uitgewonnen
- hij/zij/het had uitgewonnen
- wij hadden uitgewonnen
- jullie hadden uitgewonnen
- zij hadden uitgewonnen
Toekomende tijd I
- ik zal uitwinnen
- jij zult uitwinnen
- hij/zij/het zal uitwinnen
- wij zullen uitwinnen
- jullie zullen uitwinnen
- zij zullen uitwinnen
Toekomende tijd II
- ik zal uitgewonnen hebben
- jij zult uitgewonnen hebben
- hij/zij/het zal uitgewonnen hebben
- wij zullen uitgewonnen hebben
- jullie zullen uitgewonnen hebben
- zij zullen uitgewonnen hebben
Conditionalis I
- ik zou uitwinnen
- jij zou uitwinnen
- hij/zij/het zou uitwinnen
- wij zouden uitwinnen
- jullie zouden uitwinnen
- zij zouden uitwinnen
Conditionalis II
- ik zou hebben uitgewonnen
- jij zou hebben uitgewonnen
- hij/zij/het zou hebben uitgewonnen
- wij zouden hebben uitgewonnen
- jullie zouden hebben uitgewonnen
- zij zouden hebben uitgewonnen
Imperatief
- jij win uit
- jullie wint uit