Vervoeging van vergeten

Vertaling: dimenticare

Nederlands

Italiaans

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik vergeet
  • jij vergeet
  • hij/zij/het vergeet
  • wij vergeten
  • jullie vergeten
  • zij vergeten

Presente

  • io dimentico
  • tu dimentichi
  • lui/lei/Lei dimentica
  • noi dimentichiamo
  • voi/Voi dimenticate
  • loro/Loro dimenticano

Onvoltooid verleden tijd

  • ik vergat
  • jij vergat
  • hij/zij/het vergat
  • wij vergaten
  • jullie vergaten
  • zij vergaten

Imperfetto

  • io dimenticavo
  • tu dimenticavi
  • lui/lei/Lei dimenticava
  • noi dimenticavamo
  • voi/Voi dimenticavate
  • loro/Loro dimenticavano

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb vergeten
  • jij hebt vergeten
  • hij/zij/het heeft vergeten
  • wij hebben vergeten
  • jullie hebben vergeten
  • zij hebben vergeten

Passato prossimo

  • io ho dimenticato
  • tu hai dimenticato
  • lui/lei/Lei ha dimenticato
  • noi abbiamo dimenticato
  • voi/Voi avete dimenticato
  • loro/Loro hanno dimenticato

Voltooid verleden tijd

  • ik had vergeten
  • jij had vergeten
  • hij/zij/het had vergeten
  • wij hadden vergeten
  • jullie hadden vergeten
  • zij hadden vergeten

Trapassato prossimo

  • io avevo dimenticato
  • tu avevi dimenticato
  • lui/lei/Lei aveva dimenticato
  • noi avevamo dimenticato
  • voi/Voi avevate dimenticato
  • loro/Loro avevano dimenticato

Toekomende tijd I

  • ik zal vergeten
  • jij zult vergeten
  • hij/zij/het zal vergeten
  • wij zullen vergeten
  • jullie zullen vergeten
  • zij zullen vergeten

Futuro semplice

  • io dimenticherò
  • tu dimenticherai
  • lui/lei/Lei dimenticherà
  • noi dimenticheremo
  • voi/Voi dimenticherete
  • loro/Loro dimenticheranno

Toekomende tijd II

  • ik zal vergeten hebben
  • jij zult vergeten hebben
  • hij/zij/het zal vergeten hebben
  • wij zullen vergeten hebben
  • jullie zullen vergeten hebben
  • zij zullen vergeten hebben

Futuro anteriore

  • io avrò dimenticato
  • tu avrai dimenticato
  • lui/lei/Lei avrà dimenticato
  • noi avremo dimenticato
  • voi/Voi avrete dimenticato
  • loro/Loro avranno dimenticato

Conditionalis I

  • ik zou vergeten
  • jij zou vergeten
  • hij/zij/het zou vergeten
  • wij zouden vergeten
  • jullie zouden vergeten
  • zij zouden vergeten

Condizionale presente

  • io dimenticherei
  • tu dimenticheresti
  • lui/lei/Lei dimenticherebbe
  • noi dimenticheremmo
  • voi/Voi dimentichereste
  • loro/Loro dimenticherebbero

Conditionalis II

  • ik zou hebben vergeten
  • jij zou hebben vergeten
  • hij/zij/het zou hebben vergeten
  • wij zouden hebben vergeten
  • jullie zouden hebben vergeten
  • zij zouden hebben vergeten

Condizionale passato

  • io avrei dimenticato
  • tu avresti dimenticato
  • lui/lei/Lei avrebbe dimenticato
  • noi avremmo dimenticato
  • voi/Voi avreste dimenticato
  • loro/Loro avrebbero dimenticato

Imperatief

  • jij vergeet
  • jullie vergeet

Imperativo

  • tu dimentica
  • voi/Voi dimenticate