Vervoeging van vertegenwoordigen
Onbepaalde wijs (infinitief): vertegenwoordigen
Nederlands
Italiaans
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik vertegenwoordig
- jij vertegenwoordigt
- hij/zij/het vertegenwoordigt
- wij vertegenwoordigen
- jullie vertegenwoordigen
- zij vertegenwoordigen
Presente
- io rappresento
- tu rappresenti
- lui/lei/Lei rappresenta
- noi rappresentiamo
- voi/Voi rappresentate
- loro/Loro rappresentano
Onvoltooid verleden tijd
- ik vertegenwoordigde
- jij vertegenwoordigde
- hij/zij/het vertegenwoordigde
- wij vertegenwoordigden
- jullie vertegenwoordigden
- zij vertegenwoordigden
Imperfetto
- io rappresentavo
- tu rappresentavi
- lui/lei/Lei rappresentava
- noi rappresentavamo
- voi/Voi rappresentavate
- loro/Loro rappresentavano
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb vertegenwoordigd
- jij hebt vertegenwoordigd
- hij/zij/het heeft vertegenwoordigd
- wij hebben vertegenwoordigd
- jullie hebben vertegenwoordigd
- zij hebben vertegenwoordigd
Passato prossimo
- io ho rappresentato
- tu hai rappresentato
- lui/lei/Lei ha rappresentato
- noi abbiamo rappresentato
- voi/Voi avete rappresentato
- loro/Loro hanno rappresentato
Voltooid verleden tijd
- ik had vertegenwoordigd
- jij had vertegenwoordigd
- hij/zij/het had vertegenwoordigd
- wij hadden vertegenwoordigd
- jullie hadden vertegenwoordigd
- zij hadden vertegenwoordigd
Trapassato prossimo
- io avevo rappresentato
- tu avevi rappresentato
- lui/lei/Lei aveva rappresentato
- noi avevamo rappresentato
- voi/Voi avevate rappresentato
- loro/Loro avevano rappresentato
Toekomende tijd I
- ik zal vertegenwoordigen
- jij zult vertegenwoordigen
- hij/zij/het zal vertegenwoordigen
- wij zullen vertegenwoordigen
- jullie zullen vertegenwoordigen
- zij zullen vertegenwoordigen
Futuro semplice
- io rappresenterò
- tu rappresenterai
- lui/lei/Lei rappresenterà
- noi rappresenteremo
- voi/Voi rappresenterete
- loro/Loro rappresenteranno
Toekomende tijd II
- ik zal vertegenwoordigd hebben
- jij zult vertegenwoordigd hebben
- hij/zij/het zal vertegenwoordigd hebben
- wij zullen vertegenwoordigd hebben
- jullie zullen vertegenwoordigd hebben
- zij zullen vertegenwoordigd hebben
Futuro anteriore
- io avrò rappresentato
- tu avrai rappresentato
- lui/lei/Lei avrà rappresentato
- noi avremo rappresentato
- voi/Voi avrete rappresentato
- loro/Loro avranno rappresentato
Conditionalis I
- ik zou vertegenwoordigen
- jij zou vertegenwoordigen
- hij/zij/het zou vertegenwoordigen
- wij zouden vertegenwoordigen
- jullie zouden vertegenwoordigen
- zij zouden vertegenwoordigen
Condizionale presente
- io rappresenterei
- tu rappresenteresti
- lui/lei/Lei rappresenterebbe
- noi rappresenteremmo
- voi/Voi rappresentereste
- loro/Loro rappresenterebbero
Conditionalis II
- ik zou hebben vertegenwoordigd
- jij zou hebben vertegenwoordigd
- hij/zij/het zou hebben vertegenwoordigd
- wij zouden hebben vertegenwoordigd
- jullie zouden hebben vertegenwoordigd
- zij zouden hebben vertegenwoordigd
Condizionale passato
- io avrei rappresentato
- tu avresti rappresentato
- lui/lei/Lei avrebbe rappresentato
- noi avremmo rappresentato
- voi/Voi avreste rappresentato
- loro/Loro avrebbero rappresentato
Imperatief
- jij vertegenwoordig
- jullie vertegenwoordigt
Imperativo
- tu rappresenta
- voi/Voi rappresentate