Vervoeging van voorlichten
Onbepaalde wijs (infinitief): voorlichten
Nederlands
Italiaans
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik licht voor
- jij licht voor
- hij/zij/het licht voor
- wij lichten voor
- jullie lichten voor
- zij lichten voor
Presente
- io informo
- tu informi
- lui/lei/Lei informa
- noi informiamo
- voi/Voi informate
- loro/Loro informano
Onvoltooid verleden tijd
- ik lichtte voor
- jij lichtte voor
- hij/zij/het lichtte voor
- wij lichtten voor
- jullie lichtten voor
- zij lichtten voor
Imperfetto
- io informavo
- tu informavi
- lui/lei/Lei informava
- noi informavamo
- voi/Voi informavate
- loro/Loro informavano
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb voorgelicht
- jij hebt voorgelicht
- hij/zij/het heeft voorgelicht
- wij hebben voorgelicht
- jullie hebben voorgelicht
- zij hebben voorgelicht
Passato prossimo
- io ho informato
- tu hai informato
- lui/lei/Lei ha informato
- noi abbiamo informato
- voi/Voi avete informato
- loro/Loro hanno informato
Voltooid verleden tijd
- ik had voorgelicht
- jij had voorgelicht
- hij/zij/het had voorgelicht
- wij hadden voorgelicht
- jullie hadden voorgelicht
- zij hadden voorgelicht
Trapassato prossimo
- io avevo informato
- tu avevi informato
- lui/lei/Lei aveva informato
- noi avevamo informato
- voi/Voi avevate informato
- loro/Loro avevano informato
Toekomende tijd I
- ik zal voorlichten
- jij zult voorlichten
- hij/zij/het zal voorlichten
- wij zullen voorlichten
- jullie zullen voorlichten
- zij zullen voorlichten
Futuro semplice
- io informerò
- tu informerai
- lui/lei/Lei informerà
- noi informeremo
- voi/Voi informerete
- loro/Loro informeranno
Toekomende tijd II
- ik zal voorgelicht hebben
- jij zult voorgelicht hebben
- hij/zij/het zal voorgelicht hebben
- wij zullen voorgelicht hebben
- jullie zullen voorgelicht hebben
- zij zullen voorgelicht hebben
Futuro anteriore
- io avrò informato
- tu avrai informato
- lui/lei/Lei avrà informato
- noi avremo informato
- voi/Voi avrete informato
- loro/Loro avranno informato
Conditionalis I
- ik zou voorlichten
- jij zou voorlichten
- hij/zij/het zou voorlichten
- wij zouden voorlichten
- jullie zouden voorlichten
- zij zouden voorlichten
Condizionale presente
- io informerei
- tu informeresti
- lui/lei/Lei informerebbe
- noi informeremmo
- voi/Voi informereste
- loro/Loro informerebbero
Conditionalis II
- ik zou hebben voorgelicht
- jij zou hebben voorgelicht
- hij/zij/het zou hebben voorgelicht
- wij zouden hebben voorgelicht
- jullie zouden hebben voorgelicht
- zij zouden hebben voorgelicht
Condizionale passato
- io avrei informato
- tu avresti informato
- lui/lei/Lei avrebbe informato
- noi avremmo informato
- voi/Voi avreste informato
- loro/Loro avrebbero informato
Imperatief
- jij licht voor
- jullie licht voor
Imperativo
- tu informa
- voi/Voi informate