Vervoeging van zwarten
Er is helaas geen Italiaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik zwart
- jij zwart
- hij/zij/het zwart
- wij zwarten
- jullie zwarten
- zij zwarten
Onvoltooid verleden tijd
- ik zwartte
- jij zwartte
- hij/zij/het zwartte
- wij zwartten
- jullie zwartten
- zij zwartten
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb gezwart
- jij hebt gezwart
- hij/zij/het heeft gezwart
- wij hebben gezwart
- jullie hebben gezwart
- zij hebben gezwart
Voltooid verleden tijd
- ik had gezwart
- jij had gezwart
- hij/zij/het had gezwart
- wij hadden gezwart
- jullie hadden gezwart
- zij hadden gezwart
Toekomende tijd I
- ik zal zwarten
- jij zult zwarten
- hij/zij/het zal zwarten
- wij zullen zwarten
- jullie zullen zwarten
- zij zullen zwarten
Toekomende tijd II
- ik zal gezwart hebben
- jij zult gezwart hebben
- hij/zij/het zal gezwart hebben
- wij zullen gezwart hebben
- jullie zullen gezwart hebben
- zij zullen gezwart hebben
Conditionalis I
- ik zou zwarten
- jij zou zwarten
- hij/zij/het zou zwarten
- wij zouden zwarten
- jullie zouden zwarten
- zij zouden zwarten
Conditionalis II
- ik zou hebben gezwart
- jij zou hebben gezwart
- hij/zij/het zou hebben gezwart
- wij zouden hebben gezwart
- jullie zouden hebben gezwart
- zij zouden hebben gezwart
Imperatief
- jij zwart
- jullie zwart