Vervoeging van erfahren
Onbepaalde wijs (infinitief): erfahren
Duits
Nederlands
Präsens Indikativ
- ich erfahre
- du erfährst
- er/sie/es erfährt
- wir erfahren
- ihr erfahrt
- sie erfahren
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik hoor
- jij hoort
- hij/zij/het hoort
- wij horen
- jullie horen
- zij horen
Präteritum Indikativ
- ich erfuhr
- du erfuhrst
- er/sie/es erfuhr
- wir erfuhren
- ihr erfuhrt
- sie erfuhren
Onvoltooid verleden tijd
- ik hoorde
- jij hoorde
- hij/zij/het hoorde
- wij hoorden
- jullie hoorden
- zij hoorden
Perfekt Indikativ
- ich habe erfahren
- du hast erfahren
- er/sie/es hat erfahren
- wir haben erfahren
- ihr habt erfahren
- sie haben erfahren
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb gehoord
- jij hebt gehoord
- hij/zij/het heeft gehoord
- wij hebben gehoord
- jullie hebben gehoord
- zij hebben gehoord
Plusquamperfekt Indikativ
- ich hatte erfahren
- du hattest erfahren
- er/sie/es hatte erfahren
- wir hatten erfahren
- ihr hattet erfahren
- sie hatten erfahren
Voltooid verleden tijd
- ik had gehoord
- jij had gehoord
- hij/zij/het had gehoord
- wij hadden gehoord
- jullie hadden gehoord
- zij hadden gehoord
Futur I Indikativ
- ich werde erfahren
- du wirst erfahren
- er/sie/es wird erfahren
- wir werden erfahren
- ihr werdet erfahren
- sie werden erfahren
Toekomende tijd I
- ik zal horen
- jij zult horen
- hij/zij/het zal horen
- wij zullen horen
- jullie zullen horen
- zij zullen horen
Futur II Indikativ
- ich werde erfahren haben
- du wirst erfahren haben
- er/sie/es wird erfahren haben
- wir werden erfahren haben
- ihr werdet erfahren haben
- sie werden erfahren haben
Toekomende tijd II
- ik zal gehoord hebben
- jij zult gehoord hebben
- hij/zij/het zal gehoord hebben
- wij zullen gehoord hebben
- jullie zullen gehoord hebben
- zij zullen gehoord hebben
Futur I Konjunktiv II
- ich würde erfahren
- du würdest erfahren
- er/sie/es würde erfahren
- wir würden erfahren
- ihr würdet erfahren
- sie würden erfahren
Conditionalis I
- ik zou horen
- jij zou horen
- hij/zij/het zou horen
- wij zouden horen
- jullie zouden horen
- zij zouden horen
Futur II Konjunktiv II
- ich würde erfahren haben
- du würdest erfahren haben
- er/sie/es würde erfahren haben
- wir würden erfahren haben
- ihr würdet erfahren haben
- sie würden erfahren haben
Conditionalis II
- ik zou hebben gehoord
- jij zou hebben gehoord
- hij/zij/het zou hebben gehoord
- wij zouden hebben gehoord
- jullie zouden hebben gehoord
- zij zouden hebben gehoord