Vervoeging van erscheinen
Onbepaalde wijs (infinitief): erscheinen
Duits
Nederlands
Präsens Indikativ
- ich erscheine
- du erscheinst
- er/sie/es erscheint
- wir erscheinen
- ihr erscheint
- sie erscheinen
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik daag op
- jij daagt op
- hij/zij/het daagt op
- wij dagen op
- jullie dagen op
- zij dagen op
Präteritum Indikativ
- ich erschien
- du erschienst
- er/sie/es erschien
- wir erschienen
- ihr erschient
- sie erschienen
Onvoltooid verleden tijd
- ik daagde op
- jij daagde op
- hij/zij/het daagde op
- wij daagden op
- jullie daagden op
- zij daagden op
Perfekt Indikativ
- ich bin erschienen
- du bist erschienen
- er/sie/es ist erschienen
- wir sind erschienen
- ihr seid erschienen
- sie sind erschienen
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik ben opgedaagd
- jij bent opgedaagd
- hij/zij/het is opgedaagd
- wij zijn opgedaagd
- jullie zijn opgedaagd
- zij zijn opgedaagd
Plusquamperfekt Indikativ
- ich war erschienen
- du warst erschienen
- er/sie/es war erschienen
- wir waren erschienen
- ihr wart erschienen
- sie waren erschienen
Voltooid verleden tijd
- ik was opgedaagd
- jij was opgedaagd
- hij/zij/het was opgedaagd
- wij waren opgedaagd
- jullie waren opgedaagd
- zij waren opgedaagd
Futur I Indikativ
- ich werde erscheinen
- du wirst erscheinen
- er/sie/es wird erscheinen
- wir werden erscheinen
- ihr werdet erscheinen
- sie werden erscheinen
Toekomende tijd I
- ik zal opdagen
- jij zult opdagen
- hij/zij/het zal opdagen
- wij zullen opdagen
- jullie zullen opdagen
- zij zullen opdagen
Futur II Indikativ
- ich werde erschienen sein
- du wirst erschienen sein
- er/sie/es wird erschienen sein
- wir werden erschienen sein
- ihr werdet erschienen sein
- sie werden erschienen sein
Toekomende tijd II
- ik zal opgedaagd zijn
- jij zult opgedaagd zijn
- hij/zij/het zal opgedaagd zijn
- wij zullen opgedaagd zijn
- jullie zullen opgedaagd zijn
- zij zullen opgedaagd zijn
Futur I Konjunktiv II
- ich würde erscheinen
- du würdest erscheinen
- er/sie/es würde erscheinen
- wir würden erscheinen
- ihr würdet erscheinen
- sie würden erscheinen
Conditionalis I
- ik zou opdagen
- jij zou opdagen
- hij/zij/het zou opdagen
- wij zouden opdagen
- jullie zouden opdagen
- zij zouden opdagen
Futur II Konjunktiv II
- ich würde erschienen sein
- du würdest erschienen sein
- er/sie/es würde erschienen sein
- wir würden erschienen sein
- ihr würdet erschienen sein
- sie würden erschienen sein
Conditionalis II
- ik zou zijn opgedaagd
- jij zou zijn opgedaagd
- hij/zij/het zou zijn opgedaagd
- wij zouden zijn opgedaagd
- jullie zouden zijn opgedaagd
- zij zouden zijn opgedaagd
Imperativ
- du erschein(e)
- ihr erscheint
Imperatief
- jij daag op
- jullie daagt op