Vervoeging van zerrinnen

Onbepaalde wijs (infinitief): zerrinnen

vertaal alle vervoegingen
Vertaling: uiteengaan

4 alternatieve vertalingen

Duits

Nederlands

Präsens Indikativ

  • er/sie/es zerrinnt
  • sie zerrinnen

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • hij/zij/het gaat uiteen
  • zij gaan uiteen

Präteritum Indikativ

  • er/sie/es zerrann
  • sie zerrannen

Onvoltooid verleden tijd

  • hij/zij/het ging uiteen
  • zij gingen uiteen

Perfekt Indikativ

  • er/sie/es ist zerronnen
  • sie sind zerronnen

Voltooid tegenwoordige tijd

  • hij/zij/het is uiteengegaan
  • zij zijn uiteengegaan

Plusquamperfekt Indikativ

  • er/sie/es war zerronnen
  • sie waren zerronnen

Voltooid verleden tijd

  • hij/zij/het was uiteengegaan
  • zij waren uiteengegaan

Futur I Indikativ

  • er/sie/es wird zerrinnen
  • sie werden zerrinnen

Toekomende tijd I

  • hij/zij/het zal uiteengaan
  • zij zult uiteengaan

Futur II Indikativ

  • er/sie/es wird zerronnen sein
  • sie werden zerronnen sein

Toekomende tijd II

  • hij/zij/het zal uiteengegaan zijn
  • zij zult uiteengegaan zijn

Futur I Konjunktiv II

  • er/sie/es würde zerrinnen
  • sie würden zerrinnen

Conditionalis I

  • hij/zij/het zal uiteengaan
  • zij zullen uiteengaan

Futur II Konjunktiv II

  • er/sie/es würde zerronnen sein
  • sie würden zerronnen sein

Conditionalis II

  • hij/zij/het zal zijn uiteengegaan
  • zij zullen zijn uiteengegaan