Vervoeging van beckon

Engels

Nederlands

Present

  • I beckon
  • you beckon
  • he/she/it beckons
  • we beckon
  • you beckon
  • they beckon

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik wuif
  • jij wuift
  • hij/zij/het wuift
  • wij wuiven
  • jullie wuiven
  • zij wuiven

Simple past

  • I beckoned
  • you beckoned
  • he/she/it beckoned
  • we beckoned
  • you beckoned
  • they beckoned

Onvoltooid verleden tijd

  • ik wuifde
  • jij wuifde
  • hij/zij/het wuifde
  • wij wuifden
  • jullie wuifden
  • zij wuifden

Present perfect

  • I have beckoned
  • you have beckoned
  • he/she/it has beckoned
  • we have beckoned
  • you have beckoned
  • they have beckoned

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb gewuifd
  • jij hebt gewuifd
  • hij/zij/het heeft gewuifd
  • wij hebben gewuifd
  • jullie hebben gewuifd
  • zij hebben gewuifd

Past perfect

  • I had beckoned
  • you had beckoned
  • he/she/it had beckoned
  • we had beckoned
  • you had beckoned
  • they had beckoned

Voltooid verleden tijd

  • ik had gewuifd
  • jij had gewuifd
  • hij/zij/het had gewuifd
  • wij hadden gewuifd
  • jullie hadden gewuifd
  • zij hadden gewuifd

Future

  • I will beckon
  • you will beckon
  • he/she/it will beckon
  • we will beckon
  • you will beckon
  • they will beckon

Toekomende tijd I

  • ik zal wuiven
  • jij zult wuiven
  • hij/zij/het zal wuiven
  • wij zullen wuiven
  • jullie zullen wuiven
  • zij zullen wuiven

Future perfect

  • I will have beckoned
  • you will have beckoned
  • he/she/it will have beckoned
  • we will have beckoned
  • you will have beckoned
  • they will have beckoned

Toekomende tijd II

  • ik zal gewuifd hebben
  • jij zult gewuifd hebben
  • hij/zij/het zal gewuifd hebben
  • wij zullen gewuifd hebben
  • jullie zullen gewuifd hebben
  • zij zullen gewuifd hebben

Conditional present

  • I would beckon
  • you would beckon
  • he/she/it would beckon
  • we would beckon
  • you would beckon
  • they would beckon

Conditionalis I

  • ik zou wuiven
  • jij zou wuiven
  • hij/zij/het zou wuiven
  • wij zouden wuiven
  • jullie zouden wuiven
  • zij zouden wuiven

Conditional perfect

  • I would have beckoned
  • you would have beckoned
  • he/she/it would have beckoned
  • we would have beckoned
  • you would have beckoned
  • they would have beckoned

Conditionalis II

  • ik zou hebben gewuifd
  • jij zou hebben gewuifd
  • hij/zij/het zou hebben gewuifd
  • wij zouden hebben gewuifd
  • jullie zouden hebben gewuifd
  • zij zouden hebben gewuifd

Imperative

  • you beckon
  • you beckon

Imperatief

  • jij wuif
  • jullie wuift

Verwijzingen

Bekijk 5 definitie(s) van beckon