Vervoeging van canvass
Onbepaalde wijs (infinitief): to canvass
Engels
Nederlands
Present
- I canvass
- you canvass
- he/she/it canvasses
- we canvass
- you canvass
- they canvass
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik bestudeer
- jij bestudeert
- hij/zij/het bestudeert
- wij bestuderen
- jullie bestuderen
- zij bestuderen
Simple past
- I canvassed
- you canvassed
- he/she/it canvassed
- we canvassed
- you canvassed
- they canvassed
Onvoltooid verleden tijd
- ik bestudeerde
- jij bestudeerde
- hij/zij/het bestudeerde
- wij bestudeerden
- jullie bestudeerden
- zij bestudeerden
Present perfect
- I have canvassed
- you have canvassed
- he/she/it has canvassed
- we have canvassed
- you have canvassed
- they have canvassed
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb bestudeerd
- jij hebt bestudeerd
- hij/zij/het heeft bestudeerd
- wij hebben bestudeerd
- jullie hebben bestudeerd
- zij hebben bestudeerd
Past perfect
- I had canvassed
- you had canvassed
- he/she/it had canvassed
- we had canvassed
- you had canvassed
- they had canvassed
Voltooid verleden tijd
- ik had bestudeerd
- jij had bestudeerd
- hij/zij/het had bestudeerd
- wij hadden bestudeerd
- jullie hadden bestudeerd
- zij hadden bestudeerd
Future
- I will canvass
- you will canvass
- he/she/it will canvass
- we will canvass
- you will canvass
- they will canvass
Toekomende tijd I
- ik zal bestuderen
- jij zult bestuderen
- hij/zij/het zal bestuderen
- wij zullen bestuderen
- jullie zullen bestuderen
- zij zullen bestuderen
Future perfect
- I will have canvassed
- you will have canvassed
- he/she/it will have canvassed
- we will have canvassed
- you will have canvassed
- they will have canvassed
Toekomende tijd II
- ik zal bestudeerd hebben
- jij zult bestudeerd hebben
- hij/zij/het zal bestudeerd hebben
- wij zullen bestudeerd hebben
- jullie zullen bestudeerd hebben
- zij zullen bestudeerd hebben
Conditional present
- I would canvass
- you would canvass
- he/she/it would canvass
- we would canvass
- you would canvass
- they would canvass
Conditionalis I
- ik zou bestuderen
- jij zou bestuderen
- hij/zij/het zou bestuderen
- wij zouden bestuderen
- jullie zouden bestuderen
- zij zouden bestuderen
Conditional perfect
- I would have canvassed
- you would have canvassed
- he/she/it would have canvassed
- we would have canvassed
- you would have canvassed
- they would have canvassed
Conditionalis II
- ik zou hebben bestudeerd
- jij zou hebben bestudeerd
- hij/zij/het zou hebben bestudeerd
- wij zouden hebben bestudeerd
- jullie zouden hebben bestudeerd
- zij zouden hebben bestudeerd
Imperative
- you canvass
- you canvass
Imperatief
- jij bestudeer
- jullie bestudeert