Vervoeging van clang

Engels

Nederlands

Present

  • I clang
  • you clang
  • he/she/it clangs
  • we clang
  • you clang
  • they clang

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik loop af
  • jij loopt af
  • hij/zij/het loopt af
  • wij lopen af
  • jullie lopen af
  • zij lopen af

Simple past

  • I clanged
  • you clanged
  • he/she/it clanged
  • we clanged
  • you clanged
  • they clanged

Onvoltooid verleden tijd

  • ik liep af
  • jij liep af
  • hij/zij/het liep af
  • wij liepen af
  • jullie liepen af
  • zij liepen af

Present perfect

  • I have clanged
  • you have clanged
  • he/she/it has clanged
  • we have clanged
  • you have clanged
  • they have clanged

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb afgelopen
  • jij hebt afgelopen
  • hij/zij/het heeft afgelopen
  • wij hebben afgelopen
  • jullie hebben afgelopen
  • zij hebben afgelopen

Past perfect

  • I had clanged
  • you had clanged
  • he/she/it had clanged
  • we had clanged
  • you had clanged
  • they had clanged

Voltooid verleden tijd

  • ik had afgelopen
  • jij had afgelopen
  • hij/zij/het had afgelopen
  • wij hadden afgelopen
  • jullie hadden afgelopen
  • zij hadden afgelopen

Future

  • I will clang
  • you will clang
  • he/she/it will clang
  • we will clang
  • you will clang
  • they will clang

Toekomende tijd I

  • ik zal aflopen
  • jij zult aflopen
  • hij/zij/het zal aflopen
  • wij zullen aflopen
  • jullie zullen aflopen
  • zij zullen aflopen

Future perfect

  • I will have clanged
  • you will have clanged
  • he/she/it will have clanged
  • we will have clanged
  • you will have clanged
  • they will have clanged

Toekomende tijd II

  • ik zal afgelopen hebben
  • jij zult afgelopen hebben
  • hij/zij/het zal afgelopen hebben
  • wij zullen afgelopen hebben
  • jullie zullen afgelopen hebben
  • zij zullen afgelopen hebben

Conditional present

  • I would clang
  • you would clang
  • he/she/it would clang
  • we would clang
  • you would clang
  • they would clang

Conditionalis I

  • ik zou aflopen
  • jij zou aflopen
  • hij/zij/het zou aflopen
  • wij zouden aflopen
  • jullie zouden aflopen
  • zij zouden aflopen

Conditional perfect

  • I would have clanged
  • you would have clanged
  • he/she/it would have clanged
  • we would have clanged
  • you would have clanged
  • they would have clanged

Conditionalis II

  • ik zou hebben afgelopen
  • jij zou hebben afgelopen
  • hij/zij/het zou hebben afgelopen
  • wij zouden hebben afgelopen
  • jullie zouden hebben afgelopen
  • zij zouden hebben afgelopen

Imperative

  • you clang
  • you clang

Imperatief

  • jij loop af
  • jullie loopt af

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van clang