Vervoeging van commend

Engels

Nederlands

Present

  • I commend
  • you commend
  • he/she/it commends
  • we commend
  • you commend
  • they commend

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik loof
  • jij looft
  • hij/zij/het looft
  • wij loven
  • jullie loven
  • zij loven

Simple past

  • I commended
  • you commended
  • he/she/it commended
  • we commended
  • you commended
  • they commended

Onvoltooid verleden tijd

  • ik loofde
  • jij loofde
  • hij/zij/het loofde
  • wij loofden
  • jullie loofden
  • zij loofden

Present perfect

  • I have commended
  • you have commended
  • he/she/it has commended
  • we have commended
  • you have commended
  • they have commended

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb geloofd
  • jij hebt geloofd
  • hij/zij/het heeft geloofd
  • wij hebben geloofd
  • jullie hebben geloofd
  • zij hebben geloofd

Past perfect

  • I had commended
  • you had commended
  • he/she/it had commended
  • we had commended
  • you had commended
  • they had commended

Voltooid verleden tijd

  • ik had geloofd
  • jij had geloofd
  • hij/zij/het had geloofd
  • wij hadden geloofd
  • jullie hadden geloofd
  • zij hadden geloofd

Future

  • I will commend
  • you will commend
  • he/she/it will commend
  • we will commend
  • you will commend
  • they will commend

Toekomende tijd I

  • ik zal loven
  • jij zult loven
  • hij/zij/het zal loven
  • wij zullen loven
  • jullie zullen loven
  • zij zullen loven

Future perfect

  • I will have commended
  • you will have commended
  • he/she/it will have commended
  • we will have commended
  • you will have commended
  • they will have commended

Toekomende tijd II

  • ik zal geloofd hebben
  • jij zult geloofd hebben
  • hij/zij/het zal geloofd hebben
  • wij zullen geloofd hebben
  • jullie zullen geloofd hebben
  • zij zullen geloofd hebben

Conditional present

  • I would commend
  • you would commend
  • he/she/it would commend
  • we would commend
  • you would commend
  • they would commend

Conditionalis I

  • ik zou loven
  • jij zou loven
  • hij/zij/het zou loven
  • wij zouden loven
  • jullie zouden loven
  • zij zouden loven

Conditional perfect

  • I would have commended
  • you would have commended
  • he/she/it would have commended
  • we would have commended
  • you would have commended
  • they would have commended

Conditionalis II

  • ik zou hebben geloofd
  • jij zou hebben geloofd
  • hij/zij/het zou hebben geloofd
  • wij zouden hebben geloofd
  • jullie zouden hebben geloofd
  • zij zouden hebben geloofd

Imperative

  • you commend
  • you commend

Imperatief

  • jij loof
  • jullie looft

Verwijzingen

Bekijk 5 definitie(s) van commend