Vervoeging van console
Onbepaalde wijs (infinitief): to console
Engels
Nederlands
Present
- I console
- you console
- he/she/it consoles
- we console
- you console
- they console
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik troost
- jij troost
- hij/zij/het troost
- wij troosten
- jullie troosten
- zij troosten
Simple past
- I consoled
- you consoled
- he/she/it consoled
- we consoled
- you consoled
- they consoled
Onvoltooid verleden tijd
- ik troostte
- jij troostte
- hij/zij/het troostte
- wij troostten
- jullie troostten
- zij troostten
Present perfect
- I have consoled
- you have consoled
- he/she/it has consoled
- we have consoled
- you have consoled
- they have consoled
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb getroost
- jij hebt getroost
- hij/zij/het heeft getroost
- wij hebben getroost
- jullie hebben getroost
- zij hebben getroost
Past perfect
- I had consoled
- you had consoled
- he/she/it had consoled
- we had consoled
- you had consoled
- they had consoled
Voltooid verleden tijd
- ik had getroost
- jij had getroost
- hij/zij/het had getroost
- wij hadden getroost
- jullie hadden getroost
- zij hadden getroost
Future
- I will console
- you will console
- he/she/it will console
- we will console
- you will console
- they will console
Toekomende tijd I
- ik zal troosten
- jij zult troosten
- hij/zij/het zal troosten
- wij zullen troosten
- jullie zullen troosten
- zij zullen troosten
Future perfect
- I will have consoled
- you will have consoled
- he/she/it will have consoled
- we will have consoled
- you will have consoled
- they will have consoled
Toekomende tijd II
- ik zal getroost hebben
- jij zult getroost hebben
- hij/zij/het zal getroost hebben
- wij zullen getroost hebben
- jullie zullen getroost hebben
- zij zullen getroost hebben
Conditional present
- I would console
- you would console
- he/she/it would console
- we would console
- you would console
- they would console
Conditionalis I
- ik zou troosten
- jij zou troosten
- hij/zij/het zou troosten
- wij zouden troosten
- jullie zouden troosten
- zij zouden troosten
Conditional perfect
- I would have consoled
- you would have consoled
- he/she/it would have consoled
- we would have consoled
- you would have consoled
- they would have consoled
Conditionalis II
- ik zou hebben getroost
- jij zou hebben getroost
- hij/zij/het zou hebben getroost
- wij zouden hebben getroost
- jullie zouden hebben getroost
- zij zouden hebben getroost
Imperative
- you console
- you console
Imperatief
- jij troost
- jullie troost