Vervoeging van consult

Engels

Nederlands

Present

  • I consult
  • you consult
  • he/she/it consults
  • we consult
  • you consult
  • they consult

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik consulteer
  • jij consulteert
  • hij/zij/het consulteert
  • wij consulteren
  • jullie consulteren
  • zij consulteren

Simple past

  • I consulted
  • you consulted
  • he/she/it consulted
  • we consulted
  • you consulted
  • they consulted

Onvoltooid verleden tijd

  • ik consulteerde
  • jij consulteerde
  • hij/zij/het consulteerde
  • wij consulteerden
  • jullie consulteerden
  • zij consulteerden

Present perfect

  • I have consulted
  • you have consulted
  • he/she/it has consulted
  • we have consulted
  • you have consulted
  • they have consulted

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb geconsulteerd
  • jij hebt geconsulteerd
  • hij/zij/het heeft geconsulteerd
  • wij hebben geconsulteerd
  • jullie hebben geconsulteerd
  • zij hebben geconsulteerd

Past perfect

  • I had consulted
  • you had consulted
  • he/she/it had consulted
  • we had consulted
  • you had consulted
  • they had consulted

Voltooid verleden tijd

  • ik had geconsulteerd
  • jij had geconsulteerd
  • hij/zij/het had geconsulteerd
  • wij hadden geconsulteerd
  • jullie hadden geconsulteerd
  • zij hadden geconsulteerd

Future

  • I will consult
  • you will consult
  • he/she/it will consult
  • we will consult
  • you will consult
  • they will consult

Toekomende tijd I

  • ik zal consulteren
  • jij zult consulteren
  • hij/zij/het zal consulteren
  • wij zullen consulteren
  • jullie zullen consulteren
  • zij zullen consulteren

Future perfect

  • I will have consulted
  • you will have consulted
  • he/she/it will have consulted
  • we will have consulted
  • you will have consulted
  • they will have consulted

Toekomende tijd II

  • ik zal geconsulteerd hebben
  • jij zult geconsulteerd hebben
  • hij/zij/het zal geconsulteerd hebben
  • wij zullen geconsulteerd hebben
  • jullie zullen geconsulteerd hebben
  • zij zullen geconsulteerd hebben

Conditional present

  • I would consult
  • you would consult
  • he/she/it would consult
  • we would consult
  • you would consult
  • they would consult

Conditionalis I

  • ik zou consulteren
  • jij zou consulteren
  • hij/zij/het zou consulteren
  • wij zouden consulteren
  • jullie zouden consulteren
  • zij zouden consulteren

Conditional perfect

  • I would have consulted
  • you would have consulted
  • he/she/it would have consulted
  • we would have consulted
  • you would have consulted
  • they would have consulted

Conditionalis II

  • ik zou hebben geconsulteerd
  • jij zou hebben geconsulteerd
  • hij/zij/het zou hebben geconsulteerd
  • wij zouden hebben geconsulteerd
  • jullie zouden hebben geconsulteerd
  • zij zouden hebben geconsulteerd

Imperative

  • you consult
  • you consult

Imperatief

  • jij consulteer
  • jullie consulteert

Verwijzingen

Bekijk 7 definitie(s) van consult