Vervoeging van cremate
Onbepaalde wijs (infinitief): to cremate
Engels
Nederlands
Present
- I cremate
- you cremate
- he/she/it cremates
- we cremate
- you cremate
- they cremate
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik cremeer
- jij cremeert
- hij/zij/het cremeert
- wij cremeren
- jullie cremeren
- zij cremeren
Simple past
- I cremated
- you cremated
- he/she/it cremated
- we cremated
- you cremated
- they cremated
Onvoltooid verleden tijd
- ik cremeerde
- jij cremeerde
- hij/zij/het cremeerde
- wij cremeerden
- jullie cremeerden
- zij cremeerden
Present perfect
- I have cremated
- you have cremated
- he/she/it has cremated
- we have cremated
- you have cremated
- they have cremated
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb gecremeerd
- jij hebt gecremeerd
- hij/zij/het heeft gecremeerd
- wij hebben gecremeerd
- jullie hebben gecremeerd
- zij hebben gecremeerd
Past perfect
- I had cremated
- you had cremated
- he/she/it had cremated
- we had cremated
- you had cremated
- they had cremated
Voltooid verleden tijd
- ik had gecremeerd
- jij had gecremeerd
- hij/zij/het had gecremeerd
- wij hadden gecremeerd
- jullie hadden gecremeerd
- zij hadden gecremeerd
Future
- I will cremate
- you will cremate
- he/she/it will cremate
- we will cremate
- you will cremate
- they will cremate
Toekomende tijd I
- ik zal cremeren
- jij zult cremeren
- hij/zij/het zal cremeren
- wij zullen cremeren
- jullie zullen cremeren
- zij zullen cremeren
Future perfect
- I will have cremated
- you will have cremated
- he/she/it will have cremated
- we will have cremated
- you will have cremated
- they will have cremated
Toekomende tijd II
- ik zal gecremeerd hebben
- jij zult gecremeerd hebben
- hij/zij/het zal gecremeerd hebben
- wij zullen gecremeerd hebben
- jullie zullen gecremeerd hebben
- zij zullen gecremeerd hebben
Conditional present
- I would cremate
- you would cremate
- he/she/it would cremate
- we would cremate
- you would cremate
- they would cremate
Conditionalis I
- ik zou cremeren
- jij zou cremeren
- hij/zij/het zou cremeren
- wij zouden cremeren
- jullie zouden cremeren
- zij zouden cremeren
Conditional perfect
- I would have cremated
- you would have cremated
- he/she/it would have cremated
- we would have cremated
- you would have cremated
- they would have cremated
Conditionalis II
- ik zou hebben gecremeerd
- jij zou hebben gecremeerd
- hij/zij/het zou hebben gecremeerd
- wij zouden hebben gecremeerd
- jullie zouden hebben gecremeerd
- zij zouden hebben gecremeerd
Imperative
- you cremate
- you cremate
Imperatief
- jij cremeer
- jullie cremeert