Vervoeging van debauch

Vertaling: corrumperen

Engels

Nederlands

Present

  • I debauch
  • you debauch
  • he/she/it debauches
  • we debauch
  • you debauch
  • they debauch

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik corrumpeer
  • jij corrumpeert
  • hij/zij/het corrumpeert
  • wij corrumperen
  • jullie corrumperen
  • zij corrumperen

Simple past

  • I debauched
  • you debauched
  • he/she/it debauched
  • we debauched
  • you debauched
  • they debauched

Onvoltooid verleden tijd

  • ik corrumpeerde
  • jij corrumpeerde
  • hij/zij/het corrumpeerde
  • wij corrumpeerden
  • jullie corrumpeerden
  • zij corrumpeerden

Present perfect

  • I have debauched
  • you have debauched
  • he/she/it has debauched
  • we have debauched
  • you have debauched
  • they have debauched

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb gecorrumpeerd
  • jij hebt gecorrumpeerd
  • hij/zij/het heeft gecorrumpeerd
  • wij hebben gecorrumpeerd
  • jullie hebben gecorrumpeerd
  • zij hebben gecorrumpeerd

Past perfect

  • I had debauched
  • you had debauched
  • he/she/it had debauched
  • we had debauched
  • you had debauched
  • they had debauched

Voltooid verleden tijd

  • ik had gecorrumpeerd
  • jij had gecorrumpeerd
  • hij/zij/het had gecorrumpeerd
  • wij hadden gecorrumpeerd
  • jullie hadden gecorrumpeerd
  • zij hadden gecorrumpeerd

Future

  • I will debauch
  • you will debauch
  • he/she/it will debauch
  • we will debauch
  • you will debauch
  • they will debauch

Toekomende tijd I

  • ik zal corrumperen
  • jij zult corrumperen
  • hij/zij/het zal corrumperen
  • wij zullen corrumperen
  • jullie zullen corrumperen
  • zij zullen corrumperen

Future perfect

  • I will have debauched
  • you will have debauched
  • he/she/it will have debauched
  • we will have debauched
  • you will have debauched
  • they will have debauched

Toekomende tijd II

  • ik zal gecorrumpeerd hebben
  • jij zult gecorrumpeerd hebben
  • hij/zij/het zal gecorrumpeerd hebben
  • wij zullen gecorrumpeerd hebben
  • jullie zullen gecorrumpeerd hebben
  • zij zullen gecorrumpeerd hebben

Conditional present

  • I would debauch
  • you would debauch
  • he/she/it would debauch
  • we would debauch
  • you would debauch
  • they would debauch

Conditionalis I

  • ik zou corrumperen
  • jij zou corrumperen
  • hij/zij/het zou corrumperen
  • wij zouden corrumperen
  • jullie zouden corrumperen
  • zij zouden corrumperen

Conditional perfect

  • I would have debauched
  • you would have debauched
  • he/she/it would have debauched
  • we would have debauched
  • you would have debauched
  • they would have debauched

Conditionalis II

  • ik zou hebben gecorrumpeerd
  • jij zou hebben gecorrumpeerd
  • hij/zij/het zou hebben gecorrumpeerd
  • wij zouden hebben gecorrumpeerd
  • jullie zouden hebben gecorrumpeerd
  • zij zouden hebben gecorrumpeerd

Imperative

  • you debauch
  • you debauch

Imperatief

  • jij corrumpeer
  • jullie corrumpeert

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van debauch