Vervoeging van discolor

Engels

Nederlands

Present

  • he/she/it discolors
  • they discolor

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • hij/zij/het verkleurt
  • zij verkleuren

Simple past

  • he/she/it discolored
  • they discolored

Onvoltooid verleden tijd

  • hij/zij/het verkleurde
  • zij verkleurden

Present perfect

  • he/she/it has discolored
  • they have discolored

Voltooid tegenwoordige tijd

  • hij/zij/het heeft verkleurd
  • zij hebben verkleurd

Past perfect

  • he/she/it had discolored
  • they had discolored

Voltooid verleden tijd

  • hij/zij/het had verkleurd
  • zij hadden verkleurd

Future

  • he/she/it will discolor
  • they will discolor

Toekomende tijd I

  • hij/zij/het zal verkleuren
  • zij zult verkleuren

Future perfect

  • he/she/it will have discolored
  • they will have discolored

Toekomende tijd II

  • hij/zij/het zal verkleurd hebben
  • zij zult verkleurd hebben

Conditional present

  • he/she/it would discolor
  • they would discolor

Conditionalis I

  • hij/zij/het zal verkleuren
  • zij zullen verkleuren

Conditional perfect

  • he/she/it would have discolored
  • they would have discolored

Conditionalis II

  • hij/zij/het zal hebben verkleurd
  • zij zullen hebben verkleurd

Verwijzingen

Bekijk 4 definitie(s) van discolor