Vervoeging van endear
Onbepaalde wijs (infinitief): to endear
Engels
Nederlands
Present
- I endear
- you endear
- he/she/it endears
- we endear
- you endear
- they endear
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik verteder
- jij vertedert
- hij/zij/het vertedert
- wij vertederen
- jullie vertederen
- zij vertederen
Simple past
- I endeared
- you endeared
- he/she/it endeared
- we endeared
- you endeared
- they endeared
Onvoltooid verleden tijd
- ik vertederde
- jij vertederde
- hij/zij/het vertederde
- wij vertederden
- jullie vertederden
- zij vertederden
Present perfect
- I have endeared
- you have endeared
- he/she/it has endeared
- we have endeared
- you have endeared
- they have endeared
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb vertederd
- jij hebt vertederd
- hij/zij/het heeft vertederd
- wij hebben vertederd
- jullie hebben vertederd
- zij hebben vertederd
Past perfect
- I had endeared
- you had endeared
- he/she/it had endeared
- we had endeared
- you had endeared
- they had endeared
Voltooid verleden tijd
- ik had vertederd
- jij had vertederd
- hij/zij/het had vertederd
- wij hadden vertederd
- jullie hadden vertederd
- zij hadden vertederd
Future
- I will endear
- you will endear
- he/she/it will endear
- we will endear
- you will endear
- they will endear
Toekomende tijd I
- ik zal vertederen
- jij zult vertederen
- hij/zij/het zal vertederen
- wij zullen vertederen
- jullie zullen vertederen
- zij zullen vertederen
Future perfect
- I will have endeared
- you will have endeared
- he/she/it will have endeared
- we will have endeared
- you will have endeared
- they will have endeared
Toekomende tijd II
- ik zal vertederd hebben
- jij zult vertederd hebben
- hij/zij/het zal vertederd hebben
- wij zullen vertederd hebben
- jullie zullen vertederd hebben
- zij zullen vertederd hebben
Conditional present
- I would endear
- you would endear
- he/she/it would endear
- we would endear
- you would endear
- they would endear
Conditionalis I
- ik zou vertederen
- jij zou vertederen
- hij/zij/het zou vertederen
- wij zouden vertederen
- jullie zouden vertederen
- zij zouden vertederen
Conditional perfect
- I would have endeared
- you would have endeared
- he/she/it would have endeared
- we would have endeared
- you would have endeared
- they would have endeared
Conditionalis II
- ik zou hebben vertederd
- jij zou hebben vertederd
- hij/zij/het zou hebben vertederd
- wij zouden hebben vertederd
- jullie zouden hebben vertederd
- zij zouden hebben vertederd
Imperative
- you endear
- you endear
Imperatief
- jij verteder
- jullie vertedert