Vervoeging van enslave
Onbepaalde wijs (infinitief): to enslave
Engels
Nederlands
Present
- I enslave
- you enslave
- he/she/it enslaves
- we enslave
- you enslave
- they enslave
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik knecht
- jij knecht
- hij/zij/het knecht
- wij knechten
- jullie knechten
- zij knechten
Simple past
- I enslaved
- you enslaved
- he/she/it enslaved
- we enslaved
- you enslaved
- they enslaved
Onvoltooid verleden tijd
- ik knechtte
- jij knechtte
- hij/zij/het knechtte
- wij knechtten
- jullie knechtten
- zij knechtten
Present perfect
- I have enslaved
- you have enslaved
- he/she/it has enslaved
- we have enslaved
- you have enslaved
- they have enslaved
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb geknecht
- jij hebt geknecht
- hij/zij/het heeft geknecht
- wij hebben geknecht
- jullie hebben geknecht
- zij hebben geknecht
Past perfect
- I had enslaved
- you had enslaved
- he/she/it had enslaved
- we had enslaved
- you had enslaved
- they had enslaved
Voltooid verleden tijd
- ik had geknecht
- jij had geknecht
- hij/zij/het had geknecht
- wij hadden geknecht
- jullie hadden geknecht
- zij hadden geknecht
Future
- I will enslave
- you will enslave
- he/she/it will enslave
- we will enslave
- you will enslave
- they will enslave
Toekomende tijd I
- ik zal knechten
- jij zult knechten
- hij/zij/het zal knechten
- wij zullen knechten
- jullie zullen knechten
- zij zullen knechten
Future perfect
- I will have enslaved
- you will have enslaved
- he/she/it will have enslaved
- we will have enslaved
- you will have enslaved
- they will have enslaved
Toekomende tijd II
- ik zal geknecht hebben
- jij zult geknecht hebben
- hij/zij/het zal geknecht hebben
- wij zullen geknecht hebben
- jullie zullen geknecht hebben
- zij zullen geknecht hebben
Conditional present
- I would enslave
- you would enslave
- he/she/it would enslave
- we would enslave
- you would enslave
- they would enslave
Conditionalis I
- ik zou knechten
- jij zou knechten
- hij/zij/het zou knechten
- wij zouden knechten
- jullie zouden knechten
- zij zouden knechten
Conditional perfect
- I would have enslaved
- you would have enslaved
- he/she/it would have enslaved
- we would have enslaved
- you would have enslaved
- they would have enslaved
Conditionalis II
- ik zou hebben geknecht
- jij zou hebben geknecht
- hij/zij/het zou hebben geknecht
- wij zouden hebben geknecht
- jullie zouden hebben geknecht
- zij zouden hebben geknecht
Imperative
- you enslave
- you enslave
Imperatief
- jij knecht
- jullie knecht