Vervoeging van expiate
Onbepaalde wijs (infinitief): to expiate
Engels
Nederlands
Present
- I expiate
- you expiate
- he/she/it expiates
- we expiate
- you expiate
- they expiate
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik bloed
- jij bloedt
- hij/zij/het bloedt
- wij bloeden
- jullie bloeden
- zij bloeden
Simple past
- I expiated
- you expiated
- he/she/it expiated
- we expiated
- you expiated
- they expiated
Onvoltooid verleden tijd
- ik bloedde
- jij bloedde
- hij/zij/het bloedde
- wij bloedden
- jullie bloedden
- zij bloedden
Present perfect
- I have expiated
- you have expiated
- he/she/it has expiated
- we have expiated
- you have expiated
- they have expiated
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb gebloed
- jij hebt gebloed
- hij/zij/het heeft gebloed
- wij hebben gebloed
- jullie hebben gebloed
- zij hebben gebloed
Past perfect
- I had expiated
- you had expiated
- he/she/it had expiated
- we had expiated
- you had expiated
- they had expiated
Voltooid verleden tijd
- ik had gebloed
- jij had gebloed
- hij/zij/het had gebloed
- wij hadden gebloed
- jullie hadden gebloed
- zij hadden gebloed
Future
- I will expiate
- you will expiate
- he/she/it will expiate
- we will expiate
- you will expiate
- they will expiate
Toekomende tijd I
- ik zal bloeden
- jij zult bloeden
- hij/zij/het zal bloeden
- wij zullen bloeden
- jullie zullen bloeden
- zij zullen bloeden
Future perfect
- I will have expiated
- you will have expiated
- he/she/it will have expiated
- we will have expiated
- you will have expiated
- they will have expiated
Toekomende tijd II
- ik zal gebloed hebben
- jij zult gebloed hebben
- hij/zij/het zal gebloed hebben
- wij zullen gebloed hebben
- jullie zullen gebloed hebben
- zij zullen gebloed hebben
Conditional present
- I would expiate
- you would expiate
- he/she/it would expiate
- we would expiate
- you would expiate
- they would expiate
Conditionalis I
- ik zou bloeden
- jij zou bloeden
- hij/zij/het zou bloeden
- wij zouden bloeden
- jullie zouden bloeden
- zij zouden bloeden
Conditional perfect
- I would have expiated
- you would have expiated
- he/she/it would have expiated
- we would have expiated
- you would have expiated
- they would have expiated
Conditionalis II
- ik zou hebben gebloed
- jij zou hebben gebloed
- hij/zij/het zou hebben gebloed
- wij zouden hebben gebloed
- jullie zouden hebben gebloed
- zij zouden hebben gebloed
Imperative
- you expiate
- you expiate
Imperatief
- jij bloed
- jullie bloedt