Vervoeging van exterminate

Onbepaalde wijs (infinitief): to exterminate

Engels

Nederlands

Present

  • I exterminate
  • you exterminate
  • he/she/it exterminates
  • we exterminate
  • you exterminate
  • they exterminate

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik wied uit
  • jij wiedt uit
  • hij/zij/het wiedt uit
  • wij wieden uit
  • jullie wieden uit
  • zij wieden uit

Simple past

  • I exterminated
  • you exterminated
  • he/she/it exterminated
  • we exterminated
  • you exterminated
  • they exterminated

Onvoltooid verleden tijd

  • ik wiedde uit
  • jij wiedde uit
  • hij/zij/het wiedde uit
  • wij wiedden uit
  • jullie wiedden uit
  • zij wiedden uit

Present perfect

  • I have exterminated
  • you have exterminated
  • he/she/it has exterminated
  • we have exterminated
  • you have exterminated
  • they have exterminated

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb uitgewied
  • jij hebt uitgewied
  • hij/zij/het heeft uitgewied
  • wij hebben uitgewied
  • jullie hebben uitgewied
  • zij hebben uitgewied

Past perfect

  • I had exterminated
  • you had exterminated
  • he/she/it had exterminated
  • we had exterminated
  • you had exterminated
  • they had exterminated

Voltooid verleden tijd

  • ik had uitgewied
  • jij had uitgewied
  • hij/zij/het had uitgewied
  • wij hadden uitgewied
  • jullie hadden uitgewied
  • zij hadden uitgewied

Future

  • I will exterminate
  • you will exterminate
  • he/she/it will exterminate
  • we will exterminate
  • you will exterminate
  • they will exterminate

Toekomende tijd I

  • ik zal uitwieden
  • jij zult uitwieden
  • hij/zij/het zal uitwieden
  • wij zullen uitwieden
  • jullie zullen uitwieden
  • zij zullen uitwieden

Future perfect

  • I will have exterminated
  • you will have exterminated
  • he/she/it will have exterminated
  • we will have exterminated
  • you will have exterminated
  • they will have exterminated

Toekomende tijd II

  • ik zal uitgewied hebben
  • jij zult uitgewied hebben
  • hij/zij/het zal uitgewied hebben
  • wij zullen uitgewied hebben
  • jullie zullen uitgewied hebben
  • zij zullen uitgewied hebben

Conditional present

  • I would exterminate
  • you would exterminate
  • he/she/it would exterminate
  • we would exterminate
  • you would exterminate
  • they would exterminate

Conditionalis I

  • ik zou uitwieden
  • jij zou uitwieden
  • hij/zij/het zou uitwieden
  • wij zouden uitwieden
  • jullie zouden uitwieden
  • zij zouden uitwieden

Conditional perfect

  • I would have exterminated
  • you would have exterminated
  • he/she/it would have exterminated
  • we would have exterminated
  • you would have exterminated
  • they would have exterminated

Conditionalis II

  • ik zou hebben uitgewied
  • jij zou hebben uitgewied
  • hij/zij/het zou hebben uitgewied
  • wij zouden hebben uitgewied
  • jullie zouden hebben uitgewied
  • zij zouden hebben uitgewied

Imperative

  • you exterminate
  • you exterminate

Imperatief

  • jij wied uit
  • jullie wiedt uit

Verwijzingen

Bekijk 2 definitie(s) van exterminate