Vervoeging van handcuff
Onbepaalde wijs (infinitief): to handcuff
Engels
Nederlands
Present
- I handcuff
- you handcuff
- he/she/it handcuffs
- we handcuff
- you handcuff
- they handcuff
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik boei
- jij boeit
- hij/zij/het boeit
- wij boeien
- jullie boeien
- zij boeien
Simple past
- I handcuffed
- you handcuffed
- he/she/it handcuffed
- we handcuffed
- you handcuffed
- they handcuffed
Onvoltooid verleden tijd
- ik boeide
- jij boeide
- hij/zij/het boeide
- wij boeiden
- jullie boeiden
- zij boeiden
Present perfect
- I have handcuffed
- you have handcuffed
- he/she/it has handcuffed
- we have handcuffed
- you have handcuffed
- they have handcuffed
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb geboeid
- jij hebt geboeid
- hij/zij/het heeft geboeid
- wij hebben geboeid
- jullie hebben geboeid
- zij hebben geboeid
Past perfect
- I had handcuffed
- you had handcuffed
- he/she/it had handcuffed
- we had handcuffed
- you had handcuffed
- they had handcuffed
Voltooid verleden tijd
- ik had geboeid
- jij had geboeid
- hij/zij/het had geboeid
- wij hadden geboeid
- jullie hadden geboeid
- zij hadden geboeid
Future
- I will handcuff
- you will handcuff
- he/she/it will handcuff
- we will handcuff
- you will handcuff
- they will handcuff
Toekomende tijd I
- ik zal boeien
- jij zult boeien
- hij/zij/het zal boeien
- wij zullen boeien
- jullie zullen boeien
- zij zullen boeien
Future perfect
- I will have handcuffed
- you will have handcuffed
- he/she/it will have handcuffed
- we will have handcuffed
- you will have handcuffed
- they will have handcuffed
Toekomende tijd II
- ik zal geboeid hebben
- jij zult geboeid hebben
- hij/zij/het zal geboeid hebben
- wij zullen geboeid hebben
- jullie zullen geboeid hebben
- zij zullen geboeid hebben
Conditional present
- I would handcuff
- you would handcuff
- he/she/it would handcuff
- we would handcuff
- you would handcuff
- they would handcuff
Conditionalis I
- ik zou boeien
- jij zou boeien
- hij/zij/het zou boeien
- wij zouden boeien
- jullie zouden boeien
- zij zouden boeien
Conditional perfect
- I would have handcuffed
- you would have handcuffed
- he/she/it would have handcuffed
- we would have handcuffed
- you would have handcuffed
- they would have handcuffed
Conditionalis II
- ik zou hebben geboeid
- jij zou hebben geboeid
- hij/zij/het zou hebben geboeid
- wij zouden hebben geboeid
- jullie zouden hebben geboeid
- zij zouden hebben geboeid
Imperative
- you handcuff
- you handcuff
Imperatief
- jij boei
- jullie boeit