Vervoeging van imbibe
Onbepaalde wijs (infinitief): to imbibe
Engels
Nederlands
Present
- I imbibe
- you imbibe
- he/she/it imbibes
- we imbibe
- you imbibe
- they imbibe
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik neem op
- jij neemt op
- hij/zij/het neemt op
- wij nemen op
- jullie nemen op
- zij nemen op
Simple past
- I imbibed
- you imbibed
- he/she/it imbibed
- we imbibed
- you imbibed
- they imbibed
Onvoltooid verleden tijd
- ik nam op
- jij nam op
- hij/zij/het nam op
- wij namen op
- jullie namen op
- zij namen op
Present perfect
- I have imbibed
- you have imbibed
- he/she/it has imbibed
- we have imbibed
- you have imbibed
- they have imbibed
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb opgenomen
- jij hebt opgenomen
- hij/zij/het heeft opgenomen
- wij hebben opgenomen
- jullie hebben opgenomen
- zij hebben opgenomen
Past perfect
- I had imbibed
- you had imbibed
- he/she/it had imbibed
- we had imbibed
- you had imbibed
- they had imbibed
Voltooid verleden tijd
- ik had opgenomen
- jij had opgenomen
- hij/zij/het had opgenomen
- wij hadden opgenomen
- jullie hadden opgenomen
- zij hadden opgenomen
Future
- I will imbibe
- you will imbibe
- he/she/it will imbibe
- we will imbibe
- you will imbibe
- they will imbibe
Toekomende tijd I
- ik zal opnemen
- jij zult opnemen
- hij/zij/het zal opnemen
- wij zullen opnemen
- jullie zullen opnemen
- zij zullen opnemen
Future perfect
- I will have imbibed
- you will have imbibed
- he/she/it will have imbibed
- we will have imbibed
- you will have imbibed
- they will have imbibed
Toekomende tijd II
- ik zal opgenomen hebben
- jij zult opgenomen hebben
- hij/zij/het zal opgenomen hebben
- wij zullen opgenomen hebben
- jullie zullen opgenomen hebben
- zij zullen opgenomen hebben
Conditional present
- I would imbibe
- you would imbibe
- he/she/it would imbibe
- we would imbibe
- you would imbibe
- they would imbibe
Conditionalis I
- ik zou opnemen
- jij zou opnemen
- hij/zij/het zou opnemen
- wij zouden opnemen
- jullie zouden opnemen
- zij zouden opnemen
Conditional perfect
- I would have imbibed
- you would have imbibed
- he/she/it would have imbibed
- we would have imbibed
- you would have imbibed
- they would have imbibed
Conditionalis II
- ik zou hebben opgenomen
- jij zou hebben opgenomen
- hij/zij/het zou hebben opgenomen
- wij zouden hebben opgenomen
- jullie zouden hebben opgenomen
- zij zouden hebben opgenomen
Imperative
- you imbibe
- you imbibe
Imperatief
- jij neem op
- jullie neemt op