Vervoeging van irradiate

Engels

Nederlands

Present

  • he/she/it irradiates
  • they irradiate

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • hij/zij/het bestraalt
  • zij bestralen

Simple past

  • he/she/it irradiated
  • they irradiated

Onvoltooid verleden tijd

  • hij/zij/het bestraalde
  • zij bestraalden

Present perfect

  • he/she/it has irradiated
  • they have irradiated

Voltooid tegenwoordige tijd

  • hij/zij/het heeft bestraald
  • zij hebben bestraald

Past perfect

  • he/she/it had irradiated
  • they had irradiated

Voltooid verleden tijd

  • hij/zij/het had bestraald
  • zij hadden bestraald

Future

  • he/she/it will irradiate
  • they will irradiate

Toekomende tijd I

  • hij/zij/het zal bestralen
  • zij zult bestralen

Future perfect

  • he/she/it will have irradiated
  • they will have irradiated

Toekomende tijd II

  • hij/zij/het zal bestraald hebben
  • zij zult bestraald hebben

Conditional present

  • he/she/it would irradiate
  • they would irradiate

Conditionalis I

  • hij/zij/het zal bestralen
  • zij zullen bestralen

Conditional perfect

  • he/she/it would have irradiated
  • they would have irradiated

Conditionalis II

  • hij/zij/het zal hebben bestraald
  • zij zullen hebben bestraald

Verwijzingen

Bekijk 6 definitie(s) van irradiate