Vervoeging van jostle

Vertaling: verfomfaaien

Engels

Nederlands

Present

  • I jostle
  • you jostle
  • he/she/it jostles
  • we jostle
  • you jostle
  • they jostle

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik verfomfaai
  • jij verfomfaait
  • hij/zij/het verfomfaait
  • wij verfomfaaien
  • jullie verfomfaaien
  • zij verfomfaaien

Simple past

  • I jostled
  • you jostled
  • he/she/it jostled
  • we jostled
  • you jostled
  • they jostled

Onvoltooid verleden tijd

  • ik verfomfaaide
  • jij verfomfaaide
  • hij/zij/het verfomfaaide
  • wij verfomfaaiden
  • jullie verfomfaaiden
  • zij verfomfaaiden

Present perfect

  • I have jostled
  • you have jostled
  • he/she/it has jostled
  • we have jostled
  • you have jostled
  • they have jostled

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb verfomfaaid
  • jij hebt verfomfaaid
  • hij/zij/het heeft verfomfaaid
  • wij hebben verfomfaaid
  • jullie hebben verfomfaaid
  • zij hebben verfomfaaid

Past perfect

  • I had jostled
  • you had jostled
  • he/she/it had jostled
  • we had jostled
  • you had jostled
  • they had jostled

Voltooid verleden tijd

  • ik had verfomfaaid
  • jij had verfomfaaid
  • hij/zij/het had verfomfaaid
  • wij hadden verfomfaaid
  • jullie hadden verfomfaaid
  • zij hadden verfomfaaid

Future

  • I will jostle
  • you will jostle
  • he/she/it will jostle
  • we will jostle
  • you will jostle
  • they will jostle

Toekomende tijd I

  • ik zal verfomfaaien
  • jij zult verfomfaaien
  • hij/zij/het zal verfomfaaien
  • wij zullen verfomfaaien
  • jullie zullen verfomfaaien
  • zij zullen verfomfaaien

Future perfect

  • I will have jostled
  • you will have jostled
  • he/she/it will have jostled
  • we will have jostled
  • you will have jostled
  • they will have jostled

Toekomende tijd II

  • ik zal verfomfaaid hebben
  • jij zult verfomfaaid hebben
  • hij/zij/het zal verfomfaaid hebben
  • wij zullen verfomfaaid hebben
  • jullie zullen verfomfaaid hebben
  • zij zullen verfomfaaid hebben

Conditional present

  • I would jostle
  • you would jostle
  • he/she/it would jostle
  • we would jostle
  • you would jostle
  • they would jostle

Conditionalis I

  • ik zou verfomfaaien
  • jij zou verfomfaaien
  • hij/zij/het zou verfomfaaien
  • wij zouden verfomfaaien
  • jullie zouden verfomfaaien
  • zij zouden verfomfaaien

Conditional perfect

  • I would have jostled
  • you would have jostled
  • he/she/it would have jostled
  • we would have jostled
  • you would have jostled
  • they would have jostled

Conditionalis II

  • ik zou hebben verfomfaaid
  • jij zou hebben verfomfaaid
  • hij/zij/het zou hebben verfomfaaid
  • wij zouden hebben verfomfaaid
  • jullie zouden hebben verfomfaaid
  • zij zouden hebben verfomfaaid

Imperative

  • you jostle
  • you jostle

Imperatief

  • jij verfomfaai
  • jullie verfomfaait

Verwijzingen

Bekijk 2 definitie(s) van jostle