Vervoeging van lampoon

Vertaling: persifleren

Engels

Nederlands

Present

  • I lampoon
  • you lampoon
  • he/she/it lampoons
  • we lampoon
  • you lampoon
  • they lampoon

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik persifleer
  • jij persifleert
  • hij/zij/het persifleert
  • wij persifleren
  • jullie persifleren
  • zij persifleren

Simple past

  • I lampooned
  • you lampooned
  • he/she/it lampooned
  • we lampooned
  • you lampooned
  • they lampooned

Onvoltooid verleden tijd

  • ik persifleerde
  • jij persifleerde
  • hij/zij/het persifleerde
  • wij persifleerden
  • jullie persifleerden
  • zij persifleerden

Present perfect

  • I have lampooned
  • you have lampooned
  • he/she/it has lampooned
  • we have lampooned
  • you have lampooned
  • they have lampooned

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb gepersifleerd
  • jij hebt gepersifleerd
  • hij/zij/het heeft gepersifleerd
  • wij hebben gepersifleerd
  • jullie hebben gepersifleerd
  • zij hebben gepersifleerd

Past perfect

  • I had lampooned
  • you had lampooned
  • he/she/it had lampooned
  • we had lampooned
  • you had lampooned
  • they had lampooned

Voltooid verleden tijd

  • ik had gepersifleerd
  • jij had gepersifleerd
  • hij/zij/het had gepersifleerd
  • wij hadden gepersifleerd
  • jullie hadden gepersifleerd
  • zij hadden gepersifleerd

Future

  • I will lampoon
  • you will lampoon
  • he/she/it will lampoon
  • we will lampoon
  • you will lampoon
  • they will lampoon

Toekomende tijd I

  • ik zal persifleren
  • jij zult persifleren
  • hij/zij/het zal persifleren
  • wij zullen persifleren
  • jullie zullen persifleren
  • zij zullen persifleren

Future perfect

  • I will have lampooned
  • you will have lampooned
  • he/she/it will have lampooned
  • we will have lampooned
  • you will have lampooned
  • they will have lampooned

Toekomende tijd II

  • ik zal gepersifleerd hebben
  • jij zult gepersifleerd hebben
  • hij/zij/het zal gepersifleerd hebben
  • wij zullen gepersifleerd hebben
  • jullie zullen gepersifleerd hebben
  • zij zullen gepersifleerd hebben

Conditional present

  • I would lampoon
  • you would lampoon
  • he/she/it would lampoon
  • we would lampoon
  • you would lampoon
  • they would lampoon

Conditionalis I

  • ik zou persifleren
  • jij zou persifleren
  • hij/zij/het zou persifleren
  • wij zouden persifleren
  • jullie zouden persifleren
  • zij zouden persifleren

Conditional perfect

  • I would have lampooned
  • you would have lampooned
  • he/she/it would have lampooned
  • we would have lampooned
  • you would have lampooned
  • they would have lampooned

Conditionalis II

  • ik zou hebben gepersifleerd
  • jij zou hebben gepersifleerd
  • hij/zij/het zou hebben gepersifleerd
  • wij zouden hebben gepersifleerd
  • jullie zouden hebben gepersifleerd
  • zij zouden hebben gepersifleerd

Imperative

  • you lampoon
  • you lampoon

Imperatief

  • jij persifleer
  • jullie persifleert

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van lampoon