Vervoeging van maturate
Onbepaalde wijs (infinitief): to maturate
Engels
Nederlands
Present
- he/she/it maturates
- they maturate
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het verzweert
- zij verzweren
Simple past
- he/she/it maturated
- they maturated
Onvoltooid verleden tijd
- hij/zij/het verzwoor
- zij verzworen
Present perfect
- he/she/it has maturated
- they have maturated
Voltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het is verzworen
- zij zijn verzworen
Past perfect
- he/she/it had maturated
- they had maturated
Voltooid verleden tijd
- hij/zij/het was verzworen
- zij waren verzworen
Future
- he/she/it will maturate
- they will maturate
Toekomende tijd I
- hij/zij/het zal verzweren
- zij zult verzweren
Future perfect
- he/she/it will have maturated
- they will have maturated
Toekomende tijd II
- hij/zij/het zal verzworen zijn
- zij zult verzworen zijn
Conditional present
- he/she/it would maturate
- they would maturate
Conditionalis I
- hij/zij/het zal verzweren
- zij zullen verzweren
Conditional perfect
- he/she/it would have maturated
- they would have maturated
Conditionalis II
- hij/zij/het zal zijn verzworen
- zij zullen zijn verzworen