Vervoeging van obscure
Onbepaalde wijs (infinitief): to obscure
Engels
Nederlands
Present
- I obscure
- you obscure
- he/she/it obscures
- we obscure
- you obscure
- they obscure
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik nevel
- jij nevelt
- hij/zij/het nevelt
- wij nevelen
- jullie nevelen
- zij nevelen
Simple past
- I obscured
- you obscured
- he/she/it obscured
- we obscured
- you obscured
- they obscured
Onvoltooid verleden tijd
- ik nevelde
- jij nevelde
- hij/zij/het nevelde
- wij nevelden
- jullie nevelden
- zij nevelden
Present perfect
- I have obscured
- you have obscured
- he/she/it has obscured
- we have obscured
- you have obscured
- they have obscured
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb geneveld
- jij hebt geneveld
- hij/zij/het heeft geneveld
- wij hebben geneveld
- jullie hebben geneveld
- zij hebben geneveld
Past perfect
- I had obscured
- you had obscured
- he/she/it had obscured
- we had obscured
- you had obscured
- they had obscured
Voltooid verleden tijd
- ik had geneveld
- jij had geneveld
- hij/zij/het had geneveld
- wij hadden geneveld
- jullie hadden geneveld
- zij hadden geneveld
Future
- I will obscure
- you will obscure
- he/she/it will obscure
- we will obscure
- you will obscure
- they will obscure
Toekomende tijd I
- ik zal nevelen
- jij zult nevelen
- hij/zij/het zal nevelen
- wij zullen nevelen
- jullie zullen nevelen
- zij zullen nevelen
Future perfect
- I will have obscured
- you will have obscured
- he/she/it will have obscured
- we will have obscured
- you will have obscured
- they will have obscured
Toekomende tijd II
- ik zal geneveld hebben
- jij zult geneveld hebben
- hij/zij/het zal geneveld hebben
- wij zullen geneveld hebben
- jullie zullen geneveld hebben
- zij zullen geneveld hebben
Conditional present
- I would obscure
- you would obscure
- he/she/it would obscure
- we would obscure
- you would obscure
- they would obscure
Conditionalis I
- ik zou nevelen
- jij zou nevelen
- hij/zij/het zou nevelen
- wij zouden nevelen
- jullie zouden nevelen
- zij zouden nevelen
Conditional perfect
- I would have obscured
- you would have obscured
- he/she/it would have obscured
- we would have obscured
- you would have obscured
- they would have obscured
Conditionalis II
- ik zou hebben geneveld
- jij zou hebben geneveld
- hij/zij/het zou hebben geneveld
- wij zouden hebben geneveld
- jullie zouden hebben geneveld
- zij zouden hebben geneveld
Imperative
- you obscure
- you obscure
Imperatief
- jij nevel
- jullie nevelt