Vervoeging van overvalue

Engels

Nederlands

Present

  • I overvalue
  • you overvalue
  • he/she/it overvalues
  • we overvalue
  • you overvalue
  • they overvalue

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik overschat
  • jij overschat
  • hij/zij/het overschat
  • wij overschatten
  • jullie overschatten
  • zij overschatten

Simple past

  • I overvalued
  • you overvalued
  • he/she/it overvalued
  • we overvalued
  • you overvalued
  • they overvalued

Onvoltooid verleden tijd

  • ik overschatte
  • jij overschatte
  • hij/zij/het overschatte
  • wij overschatten
  • jullie overschatten
  • zij overschatten

Present perfect

  • I have overvalued
  • you have overvalued
  • he/she/it has overvalued
  • we have overvalued
  • you have overvalued
  • they have overvalued

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb overschat
  • jij hebt overschat
  • hij/zij/het heeft overschat
  • wij hebben overschat
  • jullie hebben overschat
  • zij hebben overschat

Past perfect

  • I had overvalued
  • you had overvalued
  • he/she/it had overvalued
  • we had overvalued
  • you had overvalued
  • they had overvalued

Voltooid verleden tijd

  • ik had overschat
  • jij had overschat
  • hij/zij/het had overschat
  • wij hadden overschat
  • jullie hadden overschat
  • zij hadden overschat

Future

  • I will overvalue
  • you will overvalue
  • he/she/it will overvalue
  • we will overvalue
  • you will overvalue
  • they will overvalue

Toekomende tijd I

  • ik zal overschatten
  • jij zult overschatten
  • hij/zij/het zal overschatten
  • wij zullen overschatten
  • jullie zullen overschatten
  • zij zullen overschatten

Future perfect

  • I will have overvalued
  • you will have overvalued
  • he/she/it will have overvalued
  • we will have overvalued
  • you will have overvalued
  • they will have overvalued

Toekomende tijd II

  • ik zal overschat hebben
  • jij zult overschat hebben
  • hij/zij/het zal overschat hebben
  • wij zullen overschat hebben
  • jullie zullen overschat hebben
  • zij zullen overschat hebben

Conditional present

  • I would overvalue
  • you would overvalue
  • he/she/it would overvalue
  • we would overvalue
  • you would overvalue
  • they would overvalue

Conditionalis I

  • ik zou overschatten
  • jij zou overschatten
  • hij/zij/het zou overschatten
  • wij zouden overschatten
  • jullie zouden overschatten
  • zij zouden overschatten

Conditional perfect

  • I would have overvalued
  • you would have overvalued
  • he/she/it would have overvalued
  • we would have overvalued
  • you would have overvalued
  • they would have overvalued

Conditionalis II

  • ik zou hebben overschat
  • jij zou hebben overschat
  • hij/zij/het zou hebben overschat
  • wij zouden hebben overschat
  • jullie zouden hebben overschat
  • zij zouden hebben overschat

Imperative

  • you overvalue
  • you overvalue

Imperatief

  • jij overschat
  • jullie overschat

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van overvalue