Vervoeging van personalize

Onbepaalde wijs (infinitief): to personalize

Vertaling: individualiseren

Engels

Nederlands

Present

  • I personalize
  • you personalize
  • he/she/it personalizes
  • we personalize
  • you personalize
  • they personalize

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik individualiseer
  • jij individualiseert
  • hij/zij/het individualiseert
  • wij individualiseren
  • jullie individualiseren
  • zij individualiseren

Simple past

  • I personalized
  • you personalized
  • he/she/it personalized
  • we personalized
  • you personalized
  • they personalized

Onvoltooid verleden tijd

  • ik individualiseerde
  • jij individualiseerde
  • hij/zij/het individualiseerde
  • wij individualiseerden
  • jullie individualiseerden
  • zij individualiseerden

Present perfect

  • I have personalized
  • you have personalized
  • he/she/it has personalized
  • we have personalized
  • you have personalized
  • they have personalized

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb geïndividualiseerd
  • jij hebt geïndividualiseerd
  • hij/zij/het heeft geïndividualiseerd
  • wij hebben geïndividualiseerd
  • jullie hebben geïndividualiseerd
  • zij hebben geïndividualiseerd

Past perfect

  • I had personalized
  • you had personalized
  • he/she/it had personalized
  • we had personalized
  • you had personalized
  • they had personalized

Voltooid verleden tijd

  • ik had geïndividualiseerd
  • jij had geïndividualiseerd
  • hij/zij/het had geïndividualiseerd
  • wij hadden geïndividualiseerd
  • jullie hadden geïndividualiseerd
  • zij hadden geïndividualiseerd

Future

  • I will personalize
  • you will personalize
  • he/she/it will personalize
  • we will personalize
  • you will personalize
  • they will personalize

Toekomende tijd I

  • ik zal individualiseren
  • jij zult individualiseren
  • hij/zij/het zal individualiseren
  • wij zullen individualiseren
  • jullie zullen individualiseren
  • zij zullen individualiseren

Future perfect

  • I will have personalized
  • you will have personalized
  • he/she/it will have personalized
  • we will have personalized
  • you will have personalized
  • they will have personalized

Toekomende tijd II

  • ik zal geïndividualiseerd hebben
  • jij zult geïndividualiseerd hebben
  • hij/zij/het zal geïndividualiseerd hebben
  • wij zullen geïndividualiseerd hebben
  • jullie zullen geïndividualiseerd hebben
  • zij zullen geïndividualiseerd hebben

Conditional present

  • I would personalize
  • you would personalize
  • he/she/it would personalize
  • we would personalize
  • you would personalize
  • they would personalize

Conditionalis I

  • ik zou individualiseren
  • jij zou individualiseren
  • hij/zij/het zou individualiseren
  • wij zouden individualiseren
  • jullie zouden individualiseren
  • zij zouden individualiseren

Conditional perfect

  • I would have personalized
  • you would have personalized
  • he/she/it would have personalized
  • we would have personalized
  • you would have personalized
  • they would have personalized

Conditionalis II

  • ik zou hebben geïndividualiseerd
  • jij zou hebben geïndividualiseerd
  • hij/zij/het zou hebben geïndividualiseerd
  • wij zouden hebben geïndividualiseerd
  • jullie zouden hebben geïndividualiseerd
  • zij zouden hebben geïndividualiseerd

Imperative

  • you personalize
  • you personalize

Imperatief

  • jij individualiseer
  • jullie individualiseert

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van personalize