Vervoeging van peruse

Vertaling: spellen

Engels

Nederlands

Present

  • I peruse
  • you peruse
  • he/she/it peruses
  • we peruse
  • you peruse
  • they peruse

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik spel
  • jij spelt
  • hij/zij/het spelt
  • wij spellen
  • jullie spellen
  • zij spellen

Simple past

  • I perused
  • you perused
  • he/she/it perused
  • we perused
  • you perused
  • they perused

Onvoltooid verleden tijd

  • ik spelde
  • jij spelde
  • hij/zij/het spelde
  • wij spelden
  • jullie spelden
  • zij spelden

Present perfect

  • I have perused
  • you have perused
  • he/she/it has perused
  • we have perused
  • you have perused
  • they have perused

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb gespeld
  • jij hebt gespeld
  • hij/zij/het heeft gespeld
  • wij hebben gespeld
  • jullie hebben gespeld
  • zij hebben gespeld

Past perfect

  • I had perused
  • you had perused
  • he/she/it had perused
  • we had perused
  • you had perused
  • they had perused

Voltooid verleden tijd

  • ik had gespeld
  • jij had gespeld
  • hij/zij/het had gespeld
  • wij hadden gespeld
  • jullie hadden gespeld
  • zij hadden gespeld

Future

  • I will peruse
  • you will peruse
  • he/she/it will peruse
  • we will peruse
  • you will peruse
  • they will peruse

Toekomende tijd I

  • ik zal spellen
  • jij zult spellen
  • hij/zij/het zal spellen
  • wij zullen spellen
  • jullie zullen spellen
  • zij zullen spellen

Future perfect

  • I will have perused
  • you will have perused
  • he/she/it will have perused
  • we will have perused
  • you will have perused
  • they will have perused

Toekomende tijd II

  • ik zal gespeld hebben
  • jij zult gespeld hebben
  • hij/zij/het zal gespeld hebben
  • wij zullen gespeld hebben
  • jullie zullen gespeld hebben
  • zij zullen gespeld hebben

Conditional present

  • I would peruse
  • you would peruse
  • he/she/it would peruse
  • we would peruse
  • you would peruse
  • they would peruse

Conditionalis I

  • ik zou spellen
  • jij zou spellen
  • hij/zij/het zou spellen
  • wij zouden spellen
  • jullie zouden spellen
  • zij zouden spellen

Conditional perfect

  • I would have perused
  • you would have perused
  • he/she/it would have perused
  • we would have perused
  • you would have perused
  • they would have perused

Conditionalis II

  • ik zou hebben gespeld
  • jij zou hebben gespeld
  • hij/zij/het zou hebben gespeld
  • wij zouden hebben gespeld
  • jullie zouden hebben gespeld
  • zij zouden hebben gespeld

Imperative

  • you peruse
  • you peruse

Imperatief

  • jij spel
  • jullie spelt

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van peruse