Vervoeging van reconsider
Onbepaalde wijs (infinitief): to reconsider
Engels
Nederlands
Present
- I reconsider
- you reconsider
- he/she/it reconsiders
- we reconsider
- you reconsider
- they reconsider
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik heroverweeg
- jij heroverweegt
- hij/zij/het heroverweegt
- wij heroverwegen
- jullie heroverwegen
- zij heroverwegen
Simple past
- I reconsidered
- you reconsidered
- he/she/it reconsidered
- we reconsidered
- you reconsidered
- they reconsidered
Onvoltooid verleden tijd
- ik heroverwoog
- jij heroverwoog
- hij/zij/het heroverwoog
- wij heroverwogen
- jullie heroverwogen
- zij heroverwogen
Present perfect
- I have reconsidered
- you have reconsidered
- he/she/it has reconsidered
- we have reconsidered
- you have reconsidered
- they have reconsidered
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb heroverwogen
- jij hebt heroverwogen
- hij/zij/het heeft heroverwogen
- wij hebben heroverwogen
- jullie hebben heroverwogen
- zij hebben heroverwogen
Past perfect
- I had reconsidered
- you had reconsidered
- he/she/it had reconsidered
- we had reconsidered
- you had reconsidered
- they had reconsidered
Voltooid verleden tijd
- ik had heroverwogen
- jij had heroverwogen
- hij/zij/het had heroverwogen
- wij hadden heroverwogen
- jullie hadden heroverwogen
- zij hadden heroverwogen
Future
- I will reconsider
- you will reconsider
- he/she/it will reconsider
- we will reconsider
- you will reconsider
- they will reconsider
Toekomende tijd I
- ik zal heroverwegen
- jij zult heroverwegen
- hij/zij/het zal heroverwegen
- wij zullen heroverwegen
- jullie zullen heroverwegen
- zij zullen heroverwegen
Future perfect
- I will have reconsidered
- you will have reconsidered
- he/she/it will have reconsidered
- we will have reconsidered
- you will have reconsidered
- they will have reconsidered
Toekomende tijd II
- ik zal heroverwogen hebben
- jij zult heroverwogen hebben
- hij/zij/het zal heroverwogen hebben
- wij zullen heroverwogen hebben
- jullie zullen heroverwogen hebben
- zij zullen heroverwogen hebben
Conditional present
- I would reconsider
- you would reconsider
- he/she/it would reconsider
- we would reconsider
- you would reconsider
- they would reconsider
Conditionalis I
- ik zou heroverwegen
- jij zou heroverwegen
- hij/zij/het zou heroverwegen
- wij zouden heroverwegen
- jullie zouden heroverwegen
- zij zouden heroverwegen
Conditional perfect
- I would have reconsidered
- you would have reconsidered
- he/she/it would have reconsidered
- we would have reconsidered
- you would have reconsidered
- they would have reconsidered
Conditionalis II
- ik zou hebben heroverwogen
- jij zou hebben heroverwogen
- hij/zij/het zou hebben heroverwogen
- wij zouden hebben heroverwogen
- jullie zouden hebben heroverwogen
- zij zouden hebben heroverwogen
Imperative
- you reconsider
- you reconsider
Imperatief
- jij heroverweeg
- jullie heroverweegt