Vervoeging van resent

Vertaling: misgunnen

Engels

Nederlands

Present

  • I resent
  • you resent
  • he/she/it resents
  • we resent
  • you resent
  • they resent

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik misgun
  • jij misgunt
  • hij/zij/het misgunt
  • wij misgunnen
  • jullie misgunnen
  • zij misgunnen

Simple past

  • I resented
  • you resented
  • he/she/it resented
  • we resented
  • you resented
  • they resented

Onvoltooid verleden tijd

  • ik misgunde
  • jij misgunde
  • hij/zij/het misgunde
  • wij misgunden
  • jullie misgunden
  • zij misgunden

Present perfect

  • I have resented
  • you have resented
  • he/she/it has resented
  • we have resented
  • you have resented
  • they have resented

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb misgund
  • jij hebt misgund
  • hij/zij/het heeft misgund
  • wij hebben misgund
  • jullie hebben misgund
  • zij hebben misgund

Past perfect

  • I had resented
  • you had resented
  • he/she/it had resented
  • we had resented
  • you had resented
  • they had resented

Voltooid verleden tijd

  • ik had misgund
  • jij had misgund
  • hij/zij/het had misgund
  • wij hadden misgund
  • jullie hadden misgund
  • zij hadden misgund

Future

  • I will resent
  • you will resent
  • he/she/it will resent
  • we will resent
  • you will resent
  • they will resent

Toekomende tijd I

  • ik zal misgunnen
  • jij zult misgunnen
  • hij/zij/het zal misgunnen
  • wij zullen misgunnen
  • jullie zullen misgunnen
  • zij zullen misgunnen

Future perfect

  • I will have resented
  • you will have resented
  • he/she/it will have resented
  • we will have resented
  • you will have resented
  • they will have resented

Toekomende tijd II

  • ik zal misgund hebben
  • jij zult misgund hebben
  • hij/zij/het zal misgund hebben
  • wij zullen misgund hebben
  • jullie zullen misgund hebben
  • zij zullen misgund hebben

Conditional present

  • I would resent
  • you would resent
  • he/she/it would resent
  • we would resent
  • you would resent
  • they would resent

Conditionalis I

  • ik zou misgunnen
  • jij zou misgunnen
  • hij/zij/het zou misgunnen
  • wij zouden misgunnen
  • jullie zouden misgunnen
  • zij zouden misgunnen

Conditional perfect

  • I would have resented
  • you would have resented
  • he/she/it would have resented
  • we would have resented
  • you would have resented
  • they would have resented

Conditionalis II

  • ik zou hebben misgund
  • jij zou hebben misgund
  • hij/zij/het zou hebben misgund
  • wij zouden hebben misgund
  • jullie zouden hebben misgund
  • zij zouden hebben misgund

Imperative

  • you resent
  • you resent

Imperatief

  • jij misgun
  • jullie misgunt

Verwijzingen

Bekijk 2 definitie(s) van resent