Engels

Nederlands

Present

  • I submit
  • you submit
  • he/she/it submits
  • we submit
  • you submit
  • they submit

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik onderwerp
  • jij onderwerpt
  • hij/zij/het onderwerpt
  • wij onderwerpen
  • jullie onderwerpen
  • zij onderwerpen

Simple past

  • I submitted
  • you submitted
  • he/she/it submitted
  • we submitted
  • you submitted
  • they submitted

Onvoltooid verleden tijd

  • ik onderwierp
  • jij onderwierp
  • hij/zij/het onderwierp
  • wij onderwierpen
  • jullie onderwierpen
  • zij onderwierpen

Present perfect

  • I have submitted
  • you have submitted
  • he/she/it has submitted
  • we have submitted
  • you have submitted
  • they have submitted

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb onderworpen
  • jij hebt onderworpen
  • hij/zij/het heeft onderworpen
  • wij hebben onderworpen
  • jullie hebben onderworpen
  • zij hebben onderworpen

Past perfect

  • I had submitted
  • you had submitted
  • he/she/it had submitted
  • we had submitted
  • you had submitted
  • they had submitted

Voltooid verleden tijd

  • ik had onderworpen
  • jij had onderworpen
  • hij/zij/het had onderworpen
  • wij hadden onderworpen
  • jullie hadden onderworpen
  • zij hadden onderworpen

Future

  • I will submit
  • you will submit
  • he/she/it will submit
  • we will submit
  • you will submit
  • they will submit

Toekomende tijd I

  • ik zal onderwerpen
  • jij zult onderwerpen
  • hij/zij/het zal onderwerpen
  • wij zullen onderwerpen
  • jullie zullen onderwerpen
  • zij zullen onderwerpen

Future perfect

  • I will have submitted
  • you will have submitted
  • he/she/it will have submitted
  • we will have submitted
  • you will have submitted
  • they will have submitted

Toekomende tijd II

  • ik zal onderworpen hebben
  • jij zult onderworpen hebben
  • hij/zij/het zal onderworpen hebben
  • wij zullen onderworpen hebben
  • jullie zullen onderworpen hebben
  • zij zullen onderworpen hebben

Conditional present

  • I would submit
  • you would submit
  • he/she/it would submit
  • we would submit
  • you would submit
  • they would submit

Conditionalis I

  • ik zou onderwerpen
  • jij zou onderwerpen
  • hij/zij/het zou onderwerpen
  • wij zouden onderwerpen
  • jullie zouden onderwerpen
  • zij zouden onderwerpen

Conditional perfect

  • I would have submitted
  • you would have submitted
  • he/she/it would have submitted
  • we would have submitted
  • you would have submitted
  • they would have submitted

Conditionalis II

  • ik zou hebben onderworpen
  • jij zou hebben onderworpen
  • hij/zij/het zou hebben onderworpen
  • wij zouden hebben onderworpen
  • jullie zouden hebben onderworpen
  • zij zouden hebben onderworpen

Imperative

  • you submit
  • you submit

Imperatief

  • jij onderwerp
  • jullie onderwerpt

Verwijzingen

Bekijk 15 definitie(s) van submit