Vervoeging van table
Onbepaalde wijs (infinitief): to table
Engels
Nederlands
Present
- I table
- you table
- he/she/it tables
- we table
- you table
- they table
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik temporiseer
- jij temporiseert
- hij/zij/het temporiseert
- wij temporiseren
- jullie temporiseren
- zij temporiseren
Simple past
- I tabled
- you tabled
- he/she/it tabled
- we tabled
- you tabled
- they tabled
Onvoltooid verleden tijd
- ik temporiseerde
- jij temporiseerde
- hij/zij/het temporiseerde
- wij temporiseerden
- jullie temporiseerden
- zij temporiseerden
Present perfect
- I have tabled
- you have tabled
- he/she/it has tabled
- we have tabled
- you have tabled
- they have tabled
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb getemporiseerd
- jij hebt getemporiseerd
- hij/zij/het heeft getemporiseerd
- wij hebben getemporiseerd
- jullie hebben getemporiseerd
- zij hebben getemporiseerd
Past perfect
- I had tabled
- you had tabled
- he/she/it had tabled
- we had tabled
- you had tabled
- they had tabled
Voltooid verleden tijd
- ik had getemporiseerd
- jij had getemporiseerd
- hij/zij/het had getemporiseerd
- wij hadden getemporiseerd
- jullie hadden getemporiseerd
- zij hadden getemporiseerd
Future
- I will table
- you will table
- he/she/it will table
- we will table
- you will table
- they will table
Toekomende tijd I
- ik zal temporiseren
- jij zult temporiseren
- hij/zij/het zal temporiseren
- wij zullen temporiseren
- jullie zullen temporiseren
- zij zullen temporiseren
Future perfect
- I will have tabled
- you will have tabled
- he/she/it will have tabled
- we will have tabled
- you will have tabled
- they will have tabled
Toekomende tijd II
- ik zal getemporiseerd hebben
- jij zult getemporiseerd hebben
- hij/zij/het zal getemporiseerd hebben
- wij zullen getemporiseerd hebben
- jullie zullen getemporiseerd hebben
- zij zullen getemporiseerd hebben
Conditional present
- I would table
- you would table
- he/she/it would table
- we would table
- you would table
- they would table
Conditionalis I
- ik zou temporiseren
- jij zou temporiseren
- hij/zij/het zou temporiseren
- wij zouden temporiseren
- jullie zouden temporiseren
- zij zouden temporiseren
Conditional perfect
- I would have tabled
- you would have tabled
- he/she/it would have tabled
- we would have tabled
- you would have tabled
- they would have tabled
Conditionalis II
- ik zou hebben getemporiseerd
- jij zou hebben getemporiseerd
- hij/zij/het zou hebben getemporiseerd
- wij zouden hebben getemporiseerd
- jullie zouden hebben getemporiseerd
- zij zouden hebben getemporiseerd
Imperative
- you table
- you table
Imperatief
- jij temporiseer
- jullie temporiseert